32895 |
cementen strekel |
streek:
[streek] (L318b Tungelroy)
|
Houten lat van ongeveer 40 cm., waarop aan beide zijden een laagje cement (amaril) is aangebracht. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 9, nummer 4. Waar het woord(deel) streek of strekel identiek is aan de opgave voor "strekel" in dezelfde plaats, wordt door middel van de notatie (streek) of (strekel) voor de fonetische documentatie verwezen naar het lemma ''strekel''. [JG 1a, 1b; add. uit N 18, 80 en 82]
I-3
|
29999 |
cementmortel |
specie:
spēsi (L318b Tungelroy)
|
Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.]
II-9
|
21451 |
cent |
cent:
cent (L318b Tungelroy),
sent (L318b Tungelroy)
|
cent, een ~ [ook oudere woorden als sans?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25313 |
centiare, maat van 1 m2 |
centiare:
centiaar (L318b Tungelroy),
sentiaar (L318b Tungelroy)
|
de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21539 |
centiem |
centiem:
centiem (L318b Tungelroy)
|
koperen munt van 1 centiem [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19780 |
centrale verwarming |
verwarming:
vərwøͅrəmeŋ (L318b Tungelroy)
|
verwarming
III-2-1
|
20837 |
cervelaatworst |
droogworst:
drūū.gwòrst (L318b Tungelroy),
drūūgworst (L318b Tungelroy),
saucijs:
sesiês (L318b Tungelroy)
|
droogworst [N 06 (1960)] || saucijsje, gekruid niet gerookt worstje, droogworst of cervelaat
III-2-3
|
18824 |
chagrijn |
chagrijn:
sjagriēn (L318b Tungelroy),
chagrijnig:
sagrijnig (L318b Tungelroy)
|
een knagend, afgunstig en mismoedig makend verdriet [chagrijn, chagrijnigheid] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23748 |
christoffelmedaille |
sint-christoffer:
sint christoffer (L318b Tungelroy)
|
Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
19943 |
chrysant |
chrysant:
kresant (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy),
-
krisant (L318b Tungelroy),
margriet:
margriet (L318b Tungelroy),
sintkatriensbloem:
sintketriensbloom (L318b Tungelroy)
|
Chrysant (chrysanthenum frutescens) (chrysant, sinte katherienebloem, winteraster, allerheiligenbloem).(Chrysanthenum indicum L.) [DC 60a (1985)], [N 73 (1975)], [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende perkplanten: chrysanthenum frutescens [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: chysanthenum morifolium of indicum als snijbloem [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor de verschillende potplanten en snijbloemen voor de koude kas: troschrysanten [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende vaste planten: aster novae angliae (herfstaster) [N 73 (1975)]
III-2-1
|