e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q112b plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
knecht, algemeen knecht: knɛx (Ubachsberg) [L 1, a-m; S 26; Wi 8; monogr.; add. uit S 6] I-6
kneden botter klatsen: [botter] klɛtšǝ (Ubachsberg) De boter kneden om de melk, die zich nog tussen de boterdeeltjes bevindt, eruit te drukken. In sommige gebieden werd de boter tegelijkertijd gewassen. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [A 28, 7; L 1a-m; L 1u, 114; L 6, 7; L 22, 8; Ge 22, 8 en 69; R 3, 76 en 77; monogr.] I-11
knellen, gezegd van schoenen knellen: knéllə (Ubachsberg) drukken en daardoor pijn veroorzaken, gezegd van schoenen die te klein zijn [knellen, klemmen, drukken] [N 86 (1981)] III-1-3
kneuzen blutsen: WLD  blutsjə (Ubachsberg) Een appel of peer oppervlakkig beschadigen zoda er een zachte plek ontstaat (blutsen, kneuzen, keuzen). [N 82 (1981)] III-2-3
knie knie: knij (Ubachsberg) knie [DC 01 (1931)] III-1-1
knieholte hees: hie-e-se (Ubachsberg) knieholte [DC 01 (1931)] III-1-1
knielbankje kniebankje: knijbenkske (Ubachsberg) Het knielbankje van de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
knielen knielen: kniele (Ubachsberg) Knielen, een kniebuiging maken [kniele, kneele, kneije?]. [N 96B (1989)] III-3-3
knielkussen kniekussentje: knijkusseke (Ubachsberg) Het knielkussen op de kerkbank. [N 96A (1989)] III-3-3
knikker huif: met huve scheete (Ubachsberg) Over het knikkerspel: het knikkeren. [N R (1968)] III-3-2