e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
honger hebben honger haan: hónger haan (Ubachsberg) honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] III-2-3
hongerig gepetig: gīēpetig (Ubachsberg) hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
hoofd hoofd: heut (Ubachsberg), kop: kop (Ubachsberg) hoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bolles: he kroog inge sjlaag op der bulles  bulles (Ubachsberg), knots: he how ee look in der knuutsj  knuutsj (Ubachsberg) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdaltaar hoofdaltaar: hoofelter (Ubachsberg) Het voornaamste altaar, midden in het priesterkoor [hoogaltaar, hoofdaltaar, hoopaltooër?]. [N 96A (1989)] III-3-3
hoofdpijn koppijn: koppieng (Ubachsberg) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2
hoogmis hoogmis: hoegmès (Ubachsberg) De hoogmis [hoeëmès, hoegmès, hómmes?]. [N 96B (1989)] III-3-3
hooi hooi: høi̯ (Ubachsberg) Gemaaid en op het veld drogend of gedroogd gras. In de klankkaart is de klankkleur (eerst velair, dan palataal) en de lengte van de klinker aangegeven; korte klinkers hebben een toevoeging aan het symbool. De aan- en afwezigheid van de j-klank is niet in kaart gebracht, maar uit de varianten in het lemma zelf af te lezen; per aangegeven klankkleur en lengte staan steeds de diftongen vooraan. Wanneer er meer dan één variant voor een plaats was opgegeven, is bij voorkeur het materiaal van de mondelinge enquêtes in kaart gebracht. [N 7, 58; N 14, 88b en 128a; JG 1a, 1b; A 10, 17 en 20; A 16, 1-4; L 1 a-m; L 27, 17; L 34, 70; L 38, 35-36; RND 122; Wi 52; S 14; R (s] I-3
hooi afladen afsteken: āfštɛ̄ǝkǝ (Ubachsberg) Het lossen van de lading hooi. [N 14, 125] I-3
hooi binden tot een bussel binden: beŋǝ (Ubachsberg) Met name in centraal en zuidelijk Nederlands Limburg werd het hooi vaak, vóór het op de wagen werd geladen, met de hand tot bussels samengebonden, die dan gemakkelijker dan los hooi konden worden opgestoken en getast. In Belgisch Limburg is dit gebruik zo goed als onbekend; in K 314, 316, L 270 en 314 werd uitdrukkelijk aangegeven dat er vóór het laden niet gebonden werd. Het woordtype persen duidt wel op de moderne techniek van het gebruik van de hooipersmachine, maar dit gebruik kan ook door het algemene binden worden aangeduid. Het voorwerp van de overgankelijke werkwoorden is altijd: hooi. [N 14, 115a] I-3