e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huismus, mus mus: mösch (Ubachsberg) Hoe heet de huismusch? [DC 06 (1938)] III-4-1
huisweide bleekplei: blēkpleͅi̯ (Ubachsberg), huiswei: hus[wei} (Ubachsberg) I-7
huiveren razelen: razele (Ubachsberg), schuiveren: sjōēvere (Ubachsberg) huiveren, bijv. van koe [grille, de griezel op het lijf krijge, rijeren] [N 10 (1961)] III-1-2
huivering schuiver: sjōēver (Ubachsberg) huivering [gril] [N 10 (1961)] III-1-2
hulst hulst: huls (Ubachsberg) De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] III-4-3
hurken op de hukken gaan zitten: op de huuke gôô zitte (Ubachsberg) hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)] III-1-2
huwelijk trouwerij: trouweriej (Ubachsberg) de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] III-2-2
iemands overlijden aanzeggen ter lijke bedenen: ter lieke beëne (Ubachsberg) lijkbidders; wordt het overlijden aangezegd door de naaste buren of door lijkbidders? Hoe heten deze (aanzeggers, aansprekers, groeveneugers, uitingstneugers, lijkers, enz.)? (duidelijk vermelden of deze naam op de buren of op de lijkbidders slaat) [VC 03 (1937)] III-2-2
iep olm: olm (Ubachsberg) De iep; een snel groeiende boom die tot 18 m hoog kan worden me een brede kroon; vele iepen worden het slachtoffer van de iepziekte en verdwijnen snel (iep, olm) [N 82 (1981)] III-4-3
ijs (alg.) ijs: ies (Ubachsberg) ijs [DC 03 (1934)] III-4-4