e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ubachsberg

Overzicht

Gevonden: 1752
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
long long: longe (Ubachsberg) long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] III-1-1
loof lover: WLD  lōver (Ubachsberg) De bladeren van een boom samen (loof, lover). [N 82 (1981)] III-4-3
loot, nieuw uitgelopen twijgje scheut: scheut (Ubachsberg), WLD  sjûut (Ubachsberg) Een nieuw uitgelopen twijgje (spraon, scheut, schot, lot). [N 82 (1981)] III-4-3
lopen, gezegd van eenden waggelen: wagǝlǝ (Ubachsberg) [N 70, 2; monogr.] I-12
lork lariks: lariks (Ubachsberg) De lariks (die s winters zijn naalden verliest) (lariks, lork, laris, lurk). [N 82 (1981)] III-4-3
losgetuigd leiden teugelen: tø̄gǝlǝ (Ubachsberg) Een paard zonder zadel en niet tussen berries leiden met de teugel. [N 8, 101c] I-10
luchtpijpen luchtpijpen: de lofpīēpe (Ubachsberg) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: Algemene opmerking: lijst niet omgespeld!  loch (Ubachsberg) lucht [DC 03 (1934)] III-4-4
lui (lieden) lui: luuj (Ubachsberg) lui/lieden; de - zijn vandaag allemaal buiten op het land aan het maaien [DC 03 (1934)] III-3-1
luiden luiden: loewe (Ubachsberg) Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] III-3-3