e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P121p plaats=Ulbeek

Overzicht

Gevonden: 1870
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
klierziekte flippen: De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.  flippe (Ulbeek), klieren: De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.  klieren (Ulbeek), klieəren (Ulbeek) hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)] III-1-2
klimop klimop: -  klimop (Ulbeek) klimop [ZND 36 (1941)] III-4-3
klokhuis wrang: vra-egen (Ulbeek) klokhuis (het binnenste van een appel) [ZND 17 (1935)] III-2-3
klomp klonk: kloenk (Ulbeek), kluŋk (Ulbeek) In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)] II-12, III-1-3
kloosterorde orde: `n streng orde (Ulbeek) Een strenge orde (kloosterorde geef aan of het woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. [ZND 40 (1942)] III-3-3
kluit kluit: kluiten (Ulbeek) bollen die gevormd worden uit kolengruis, leem en water [ZND 36 (1941)] III-2-1
kluit aarde klot: klot (Ulbeek), klǫt (Ulbeek) [N 27, 36; S 18; R 3, 8; L 28, 8; L 28, 9; L 1a-m; L B2, 290; ALE 257; Vd.; monogr.] I-8
knellen duwen: douwen (Ulbeek), pitsen: pitse (Ulbeek), pitsen (Ulbeek, ... ) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-2
knellen, gezegd van schoenen duwen: douwen (Ulbeek), pitsen: pitse (Ulbeek), pitsen (Ulbeek, ... ) die schoenen knellen mij (doen pijn) [ZND 28 (1938)] III-1-3
kneuzen nutsen: netsen (Ulbeek) blutsen, kneuzen (van appelen): de appelen niet blutsen [ZND 21 (1936)] III-2-3