e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
parochie parochie: `dorp`  `n paroche (Ulbeek), `kerkelijke gemeente met pastoor`  `n paroche (Ulbeek) Een parochie; dit woord kan betekenen zoals in het Nederl. "kerkelijke gemeente met een pastoor"ofwel eenvoudig "dorp"; welke betekenis heeft het bij u? [ZND 40 (1942)] III-3-3
pasen pasen: poase vielt loat (Ulbeek) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3
pasgeboren kalf mutten: mutǝ (Ulbeek) [N 3A, 15 en 20; N C, 6; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
pastinaak witte poten: wettə pøͅi̯t (Ulbeek) pastinaak [ZND 05 (1924)] I-7
pastoor pastoor (<lat.): ənə pasto:r (Ulbeek) Pastoor. [ZND 14 (1926)] III-3-3
patroonheilige, kerkpatroon patroon (<fr.): baas (m)  inne patron (Ulbeek), heilige (m)  inne patroon (Ulbeek) Een patroon: uitspraak. [ZND 40 (1942)] III-3-3
paus paus: de pous (Ulbeek) De paus. [ZND 40 (1942)] III-3-3
peer, soorten peer: pijer (Ulbeek) [ZND 21 (1936)] I-7
peetoom peteren: pɛtrə (Ulbeek) peter (doopvader) [ZND 05 (1924)] III-2-2
peettante paat: pōͅət (Ulbeek) meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)] III-2-2