24265 |
vink |
boekvink:
boekvenk (P121p Ulbeek),
vink:
venk (P121p Ulbeek)
|
vink [ZND 43 (1943)]
III-4-1
|
19746 |
violier |
flier:
flier (P121p Ulbeek),
violier:
flīr (P121p Ulbeek)
|
Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)]
I-7, III-2-1
|
19745 |
viooltje |
flet:
flet (P121p Ulbeek),
fletje:
fletsje (P121p Ulbeek)
|
Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)]
I-7
|
22413 |
vishengel |
visstek:
vees-stek (P121p Ulbeek)
|
Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)]
III-3-2
|
20730 |
vlaai met deegdeksel |
taart:
toert (P121p Ulbeek),
taartvlaai:
tourtvlaai (P121p Ulbeek)
|
een dikke appeltaart met deksel [ZND 32 (1939)]
III-2-3
|
21424 |
vlaams |
vlaams:
vlams (P121p Ulbeek)
|
vlaams [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
24266 |
vlaamse gaai |
blauwe hanno:
blo-wen henno (P121p Ulbeek),
bloauwe henno (P121p Ulbeek),
bloawe henno (P121p Ulbeek),
blowen henno (P121p Ulbeek)
|
vlaamse gaai [ZND 01 (1922)] || vlaamse gaai (meerkol) [ZND 34 (1940)]
III-4-1
|
21394 |
vlag |
vaan:
vaen (P121p Ulbeek)
|
vlag [ZND 17 (1935)]
III-3-1
|
33283 |
vlas hagen |
hagen:
hāgǝ (P121p Ulbeek)
|
Het op rijen zetten van vlas. In de twee Leuvense vragenlijsten is gevraagd naar het "hagen" van vlas of stenen (voor dit laatste zie aflevering II.8, lemma Hagen); wanneer is aangegeven dat de opgave op stenen betrekking heeft, is deze hier weggelaten. [L 1, a-m; L 26, 10]
I-5
|
24348 |
vleesmade, larve van de bromvlieg |
made:
mao- (P121p Ulbeek)
|
made [ZND 38 (1942)]
III-4-2
|