e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulbeek

Overzicht

Gevonden: 1870
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
durven dorren: djure (Ulbeek), du-euren (Ulbeek), durven: hiej het da ni djurve doen (Ulbeek) durven [ZND 25 (1937)] || Hij heeft dat niet durven doen [ZND 46 (1946)] III-1-4
duur duur: dier (Ulbeek) duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] III-3-1
dwarsdrijven terwarsdrijven: terwiâs drijven (Ulbeek) Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
dwarsdrijver terwarsdrijver: wa inne terwiasdrijver (Ulbeek) Wat een dwarsdrijver! [ZND 23 (1937)] III-1-4
eed eed: eed (Ulbeek) eed [ZND 23 (1937)] III-3-1
eelt, eeltknobbel blaren: bloare in zijn haan (Ulbeek), bloaren in zən haan (Ulbeek), harde handen: zijn hāān zijn hââd (Ulbeek) Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)] III-1-2
eeltwrat, zweelwrat wrat: vrat (Ulbeek) Wratvormige uitwassen (zweel = eelt) binnenwaarts aan de hoofdschenkels van voor- en achterpoten. Ze zijn, net als de vingerafrukken bij de mens, volkomen individueel. Men veronderstelt dat ze overblijfselen van een extra teen of aanhangsel zijn. Zie afbeelding 2.27. [A 4, 2e; L 20, 2e; N 8, 32.1, 32.3, 32.4, 32.13, 32.15 en 32.16] I-9
een borrel drinken een bak drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  inne bak dreenken (Ulbeek), een drupje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  ên drepke dreenken (Ulbeek) druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3
een ei ei: ēi̯ (Ulbeek), ēi̯ǝ (Ulbeek), ēǝ (Ulbeek), ęi̯ (Ulbeek), ęi̯.ǝ (Ulbeek), ęi̯ǝ (Ulbeek), eitje: ēkǝ (Ulbeek), ęi̯kǝ (Ulbeek) [L 1a-m; L 3, 8; L 5, 79; L 26, 13b; L 30, 18b; L 35, 7; JG 1b; RND 123; Vld.; monogr.] I-12
een huis huren huren: hy(3)̄rə (Ulbeek) een huis huren [ZND 27 (1938)] III-2-1