e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulbeek

Overzicht

Gevonden: 1870
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gat in een kledingstuk kot: ein koe-wet in een koe-wos (Ulbeek) een gat in een kous [ZND 23 (1937)] III-1-3
gebit gebeet: gǝbęi̯ǝ.t (Ulbeek), gebit: gebeet (Ulbeek, ... ), gəbeit (Ulbeek), t gebeet van den aa maan is noch heel goet  goet gebeet (Ulbeek) een gaaf gebit, het gebit van de oude man is nog helemaal gaaf. [ZND 45 (1946)] || Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b] || hij heeft een goed gebit [ZND 35 (1941)] I-9, III-1-1
gebouw bètiment (fr.): batimeͅnt (Ulbeek, ... ), gebouw: gebouw (Ulbeek, ... ), gəbōu̯ə (Ulbeek, ... ), gəboͅu̯əw (Ulbeek, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebrekkig gebrekkelijk: inne gebrekkelijke mins (Ulbeek) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebrekkig persoon arm schaap: erm schoe-op (Ulbeek), gebrekkelijke mens: inne gebrekkelijke mins (Ulbeek) een gebrekkig mens [ZND 23 (1937)] III-1-2
gebruik gebruik: gebruik (Ulbeek), gewente: geweente (Ulbeek), geweinte (Ulbeek), gewéénte (Ulbeek), gewoonte: gewoonte (Ulbeek), gəwóəntə (Ulbeek), manier: manier (Ulbeek) Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] || Dat is zo het gebruik (de woonte, enz.). [ZND 23 (1937)] III-3-2
gedienstig gedienstig: hee(ə) is gədinstig (Ulbeek), heej is gedînstîg (Ulbeek), hi-je is gedinstig (Ulbeek) Hij is gedienstig (geneigd om dienst te bewijzen). [ZND 35 (1941)] III-1-4
geduld patience (fr.): hɛt togə wa petience (Ulbeek), patintie: het toch e bietje pesjensie (Ulbeek), hèt tōg e bitje patiensie (Ulbeek) Heb toch wat geduld! [ZND 35 (1941)] III-1-4
gedwee braaf: NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??  ən braaf keind (Ulbeek), ook materiaal znd 23, 69; znd 35, 49  braaf (Ulbeek), gedwee: NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??  e gedwee keent (Ulbeek), ook materiaal 23, 69; znd 35, 49  gedwee (Ulbeek), goed: ook materiaal znd 23, 69; znd 35, 49  goe (Ulbeek), goedwillig: NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??  en goedwillig keend (Ulbeek), ook materiaal 23, 69; znd 35, 49  goedwillig (Ulbeek) Een gewillig (gedwee) kind. [ZND 35 (1941)] || gedwee [ZND 01 (1922)] III-1-4
geelzucht geel verf: geeəlverf (Ulbeek), gielverf (Ulbeek, ... ) de geelzucht (ziekte waarbij de huid en ook het wit van de ogen geel wordt) [ZND 35 (1941)] III-1-2