e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q097p plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
speculaasplank speculaasvorm: špekylǭsvø̜rm (Ulestraten) De houten koekvorm waarin het deeg voor speculaas wordt gedrukt. [N 29, 90; monogr;] II-1
speeksel uitspuwen fluimen: fluume (Ulestraten), spijen: sjpieje (Ulestraten, ... ) spuwen [SGV (1914)] || spuwen: speeksel uitspuwen [spiertse, spaowe, tuffe, spuige, speken] [N 10 (1961)] III-1-1
speen van de koe deem: dē̜m (Ulestraten) [N C, 12; JG 1a, 1b; A 30, 6a; L 8, 24b; L 14, 27b; L 49, 6a; monogr.] I-11
spek spek: sjpek (Ulestraten) spek [garstig~] [SGV (1914)] III-2-3
spekpannenkoek struif: sjtreuf (Ulestraten) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
speld spang: špaŋ (Ulestraten) Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.] II-7
spelden spangen: špaŋǝ (Ulestraten) Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34] II-7
spelen (alg.) spelen: sjpele (Ulestraten) Als je klaar bent mag je gaan spelen. [DC 35 (1963)] III-3-2
spetteren sudderen: suddərə (Ulestraten) sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)] III-2-3
spie kijltje: kīlkǝ (Ulestraten) De zeisring, die steel en blad verbindt, wordt vastgeslagen door middel van een spie, of door twee of meer spietjes. Doorgaans zijn ze van hout, omdat deze het beste vast blijven zitten; soms vindt men ook een ijzeren spie, vaak in combinatie met een houten. Zie ook de toelichting bij het lemma ''zeisring'', en afbeelding 4, nummer A4 en B4. [N 18, 67e; JG 1a, 1b, 2c; add. uit A 14, 2] I-3