30182 |
raamwerk |
geraams:
gǝrīǝmš (Q097p Ulestraten)
|
Het gehele timmergeraamte van verticale en horizontale balken. [N 4A, 52f; N 31, 45b; monogr.; N 4A, 52e]
II-9
|
28447 |
raat |
raats:
rø̄tš (Q097p Ulestraten)
|
Een raat is een schijf gevormd door twee lagen met de rug tegen elkaar liggende zeszijdige cellen. Ze wordt door de bijen gemaakt voor het opkweken van de larven en voor het opbergen van honing in de winter. Het bouwsel is van was. [N 63, 13a; L 1a-m; S 3; A 25, 10; JG 1a+1b; JG 2b-5, 3; Ge 37, 53; monogr.]
II-6
|
18167 |
rafel |
rafel:
ruffele (Q097p Ulestraten)
|
Hoe noemt men de losse draden, die uit een weefsel loslaten? (Nederl. rafels) [DC 31 (1959)]
III-1-3
|
18168 |
rafelen |
ruffelen:
røfǝlǝ (Q097p Ulestraten)
|
Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.]
II-7
|
19576 |
ragebol |
spinnenborstel:
sjpinne-beursjtel (Q097p Ulestraten),
Veldeke
sjpinnebeursjtel (Q097p Ulestraten)
|
borstel; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] || ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)]
III-2-1
|
29548 |
rakelijzer |
rakelijzer:
rǭgǝlīzǝr (Q097p Ulestraten)
|
IJzeren staaf met een recht of gebogen uiteinde, waarmee de smid de omvang van het vuur regelt en sintels uit het vuur verwijdert. Zie ook afb. 11 en het lemma "rakelijzer" in Wld II.8, pag. 21. Het betreft daar een vergelijkbaar voorwerp dat door de pottenbakker wordt gebruikt. Zie voor het woordtype stochelijzer (Q 121, 121b) ook RhWb (VIII), kol. 720, s.v. ɛstochelnɛ, ɛstöchelnɛ, "das Feuer, den Ofen (...) schüren mit dem Schürhaken".' [N 33, 31; N 33, 32]
II-11
|
34631 |
rammelkar |
hoddelskar:
hodǝlskar (Q097p Ulestraten),
rammelskar:
ramǝlskar (Q097p Ulestraten),
stokkelkar:
štokǝlkar (Q097p Ulestraten)
|
Kar die veel lawaai maakt. [N 17, 92]
I-13
|
18413 |
rand van een hoed |
luif:
luif (Q097p Ulestraten)
|
luifel, overstekende rand van een hoed [N 25 (1964)]
III-1-3
|
24626 |
rank |
rank:
rank (Q097p Ulestraten),
reng (mv.):
reng (Q097p Ulestraten)
|
rank [SGV (1914)] || ranken (v.e. wingerd) [SGV (1914)]
III-4-3
|
33580 |
ranken van de wingerd |
ranken:
reng (Q097p Ulestraten)
|
[SGV (1914)]
I-7
|