28973 |
rijgen |
rijen:
ri-jǝ (Q097p Ulestraten)
|
Het voorlopig verbinden van een of twee delen aan elkaar met de rijgsteek, op tafel of op de hand. [N 59, 52b; N 59, 51a; N 59, 51b; N 62, 6; N 62, 7; L 1a-m; L 1u, 41; L B1, 75; Gi 1.IV, 19; MW; S 7; monogr.]
II-7
|
18358 |
rijglaars |
rijgstevel:
riejsjteevel (Q097p Ulestraten)
|
laars waarvan het beenstuk moet worden dichtgeregen [N 24 (1964)]
III-1-3
|
21435 |
rijk zijn |
dik in de schijven zitten:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
dik in de sjieve zitte (Q097p Ulestraten),
een behouwen mens zijn:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
hae is ene behawwe minsj (Q097p Ulestraten),
een bezeten mens zijn:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
hae is ene bezete minsj (Q097p Ulestraten),
een smak duiten hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
ene sjmak duite höbbe (Q097p Ulestraten),
er dik in zitten:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
dik drin zitte (Q097p Ulestraten),
in zijn geld zwemmen:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
zjwumme in ze geld (Q097p Ulestraten),
stinken van het geld:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
sjtinke van ’t geld (Q097p Ulestraten),
veel goud hebben:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
vööl good höbbe (Q097p Ulestraten)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: rijk zijn [rijk zijn, zwemmen in zijn geld, een groot fortuin hebben enz. enz.] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21597 |
rijke lieden |
rijke lui:
rīkə lyj (Q097p Ulestraten)
|
Rijke lieden [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
21609 |
rijksdaalder |
rijks:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
riks (Q097p Ulestraten),
twee vijftig:
Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
twieëvieftig (Q097p Ulestraten)
|
rijksdaalder, een ~ [vijftiger, knaak, ploegrol?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25187 |
rijp vormen, rijpen |
rouwvrosten:
roevrosse (Q097p Ulestraten)
|
vriezen zodanig dat zich rijm op de bomen vormt [rouwvorsten, rijmen] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
25186 |
rijp, rijmx |
rouwvorst:
roevoos (Q097p Ulestraten),
rouwvrost:
roevros (Q097p Ulestraten)
|
rijm (op boomen) [SGV (1914)] || rijm, bevroren dauw of nevel die zich afzet op de takken [waterrijm, roevros] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
33509 |
rijshout, bonenstaak |
erwtenrijs:
erteriezer (Q097p Ulestraten),
rijs:
riezer (Q097p Ulestraten),
rīēs (Q097p Ulestraten)
|
Erwtenrijzers, twijgen waartegen bepaalde erwten groeien [N P (1966)], [SGV (1914)] || rijs [SGV (1914)]
I-7
|
25584 |
rijskast |
rijskast:
ręjskas (Q097p Ulestraten)
|
De kast waarin de bolrijs plaatsvindt. In vraag N 29, 35b werd gevraagd in het algemeen waar de bolrijs geschiedde. Het gevolg was een aantal opgaven dat een algemene plaatsaanduiding inhield. Zo gaf men voor de "plaats van de bolrijs" benamingen op als bakkerij (in K 314, L 270, Q 198b), bakhuis (in Q 3, 28, 121, en Q 191), verwarmd vertrek (in Q 30) of warme plaats bij de oven of het fornuis (in L 414, L 318b en L 321), tussen of op meelzakken (in L 331 en L 432) of op hortjes (in Q 112). Deze benamingen zijn niet fonetisch gedocumenteerd. [N 29, 35b; N 29, 35a; N 29, 105e]
II-1
|
20603 |
rijstebrij |
rijstepap:
riestepap (Q097p Ulestraten)
|
Rijstebrij (pötjesbulling?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|