e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roep- en lokwoorden voor het lam lammetje dèè: lɛmǝkǝ dē̜ (Ulestraten) [N 19, 74b; VC 14, 2k (R] I-12
roep- en lokwoorden voor het schaap lem, lem, lem: lɛm, lɛm, lɛm (Ulestraten) [N 19, 74a; VC 14, 2j (R] I-12
roepen roepen: rope (Ulestraten) roepen (geen context) [DC 38 (1964)] III-3-1
roeper oproeper: Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  opreuper (Ulestraten) afslager: Hoe heet bij de openbare verkoping van goederen degene die de verkoping leidt [afslager, uitroeper, roeper?] [N 21 (1963)] III-3-1
roepwoord om de klokhen te lokken kloek, kloek, kloek: kluk, kluk, kluk (Ulestraten) [N 19, 44c; A 6, 2c] I-12
roepwoord voor de geit met, met: mɛt, mɛt (Ulestraten) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit mettetje dèè: mɛtǝkǝ dē̜ (Ulestraten) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12
roepwoord voor de stier bulles: bølǝs (Ulestraten), menne: mɛnǝ (Ulestraten) [N 3A, 13] I-11
roeren roeren: reure (Ulestraten) roeren [DC 47 (1972)] III-2-3
roest roest: ros (Ulestraten) roest [SGV (1914)] III-4-4