29984 |
schraag |
bok:
bǫk (Q097p Ulestraten),
schraag:
šrāx (Q097p Ulestraten)
|
Houten draagstelling die wordt gebruikt om een lang werkstuk te ondersteunen. Zie ook afb. 116. [N 53, 225; S 32; monogr.] || Uit hout of metaal vervaardigd gestel, bestaande uit twee driehoekige steunen die met elkaar verbonden zijn. Twee of meer schragen vormen de basis voor de werkvloer van de schraagsteiger. [N 32, 7b; monogr.]
II-12, II-9
|
29983 |
schraagsteiger |
voetstelling:
vōt[stelling] (Q097p Ulestraten)
|
Kleine, lage werkvloer, samengesteld uit schragen en planken. Volgens de invuller uit Q 19 wordt de schraagsteiger vooral binnenshuis gebruikt door bijvoorbeeld de stucadoor. [N 32, 7a; monogr.]
II-9
|
18133 |
schram |
schram:
sjriëm (Q097p Ulestraten),
sjriëme (Q097p Ulestraten),
sjroam (Q097p Ulestraten)
|
schram [SGV (1914)] || schrammen (mv) [SGV (1914)]
III-1-2
|
18136 |
schrammen |
schrammen:
sjriëme (Q097p Ulestraten)
|
schrammen (ww) [SGV (1914)]
III-1-2
|
17947 |
schrede |
schrede:
sjrê (Q097p Ulestraten)
|
schrede [SGV (1914)]
III-1-2
|
21368 |
schreeuwen |
keken:
kē̜kǝ (Q097p Ulestraten),
kweken:
kwēkǝ (Q097p Ulestraten)
|
Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|
22482 |
schrikkeljaar |
schrikkeljaar:
sjrikkeljoar (Q097p Ulestraten)
|
schrikkeljaar [SGV (1914)]
III-3-2
|
18871 |
schrikken |
schrikken:
sjrikke (Q097p Ulestraten)
|
schrikken (geen context) [DC 38 (1964)]
III-1-4
|
19536 |
schrobbezem |
schrobber:
sjrubber (Q097p Ulestraten)
|
bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
19411 |
schroeien |
snerken:
šneͅrkə (Q097p Ulestraten)
|
schroeien [SGV (1914)]
III-2-1
|