e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ulestraten

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schraag bok: bǫk (Ulestraten), schraag: šrāx (Ulestraten) Houten draagstelling die wordt gebruikt om een lang werkstuk te ondersteunen. Zie ook afb. 116. [N 53, 225; S 32; monogr.] || Uit hout of metaal vervaardigd gestel, bestaande uit twee driehoekige steunen die met elkaar verbonden zijn. Twee of meer schragen vormen de basis voor de werkvloer van de schraagsteiger. [N 32, 7b; monogr.] II-12, II-9
schraagsteiger voetstelling: vōt[stelling] (Ulestraten) Kleine, lage werkvloer, samengesteld uit schragen en planken. Volgens de invuller uit Q 19 wordt de schraagsteiger vooral binnenshuis gebruikt door bijvoorbeeld de stucadoor. [N 32, 7a; monogr.] II-9
schram schram: sjriëm (Ulestraten), sjriëme (Ulestraten), sjroam (Ulestraten) schram [SGV (1914)] || schrammen (mv) [SGV (1914)] III-1-2
schrammen schrammen: sjriëme (Ulestraten) schrammen (ww) [SGV (1914)] III-1-2
schrede schrede: sjrê (Ulestraten) schrede [SGV (1914)] III-1-2
schreeuwen keken: kē̜kǝ (Ulestraten), kweken: kwēkǝ (Ulestraten) Het schreeuwen van een varken ten teken van honger of bij het slachten. [N 19, 24; JG 1a, 1b; N 76, 33; monogr.; N 19, Q 111 add.] I-12
schrikkeljaar schrikkeljaar: sjrikkeljoar (Ulestraten) schrikkeljaar [SGV (1914)] III-3-2
schrikken schrikken: sjrikke (Ulestraten) schrikken (geen context) [DC 38 (1964)] III-1-4
schrobbezem schrobber: sjrubber (Ulestraten) bezem om de vloeren mee te schrobben (boender, schrobbessem, wasser, luiwagen) [N 20 (zj)] III-2-1
schroeien snerken: šneͅrkə (Ulestraten) schroeien [SGV (1914)] III-2-1