24198 |
krijsen |
kweken:
kwéékən (Q014p Urmond)
|
een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
17861 |
krioelen |
krioelen:
krioelən (Q014p Urmond)
|
Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18071 |
kroep |
kroep:
kroep (Q014p Urmond)
|
Kroep: ontsteking van het strottehoofd en de luchtpijp die door afzettingen op het slijmvlies gevaar van verstikking met zich meebrengt (kroep, krop, pip). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17579 |
kroeshaar |
kroezelhaar:
kroezelhaor (Q014p Urmond)
|
kroeshaar [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20136 |
krollen |
janken:
WBD/WLD
jankən (Q014p Urmond)
|
Hoe noemt u het geluid van een krolse vrouwelijke kat [N 83 (1981)]
III-2-1
|
20120 |
krols |
loops:
løͅi̯ps (Q014p Urmond)
|
loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)]
III-2-1
|
25010 |
krom, met bochten |
krom:
krómp (Q014p Urmond),
krùmp (Q014p Urmond)
|
afwijkend van een rechte lijn met een of meer bochten [krom, kromp, slom] [N 91 (1982)] || krom [SGV (1914)]
III-4-4
|
17894 |
krommen, ombuigen |
buigen:
buigən (Q014p Urmond)
|
Krommen: een kromme, gebogen vorm doen aannemen (krommen, buigen, draaien). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20591 |
kroppen, gezegd van voedsel |
in de strots zitten:
dao zit mich gèt in də straots (Q014p Urmond)
|
Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20658 |
kruiden, specerijen |
gekruiden:
WBD/WLD
gekruujən (Q014p Urmond)
|
De kruiden die bij de bereiding bij groente of vlees gevoegd worden om de smaak van het gerecht te verbeteren, in het algemeen (kruid, toekruid, specerij). [N 82 (1981)]
III-2-3
|