18585 |
mannenonderhemd |
mansluihemd:
mansluihummen (Q014p Urmond)
|
onderhemd voor mannen [N 25 (1964)]
III-1-3
|
18703 |
mantelpak |
mantelpakje:
menjtelpekske (Q014p Urmond)
|
mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20468 |
manziek |
brustig:
cf. Schuermans s.v. "briestig"(ook: brustig, brumstig, brunstig; zie bremstig komt van briesen, brinsen, brullen, omdat paarden en koeien dit doen wanneer zij tochtig zijn.; cf. s.v. bremstig (p. 78) ook wel breustig, brüstig, bruistig, brunstig
breustig (Q014p Urmond),
heet:
heit (Q014p Urmond),
loops:
lèùpsj (Q014p Urmond),
rij-tig:
reejetig (Q014p Urmond)
|
manziek [heet] [N 10C (zj)]
III-2-2
|
23428 |
maria-altaar |
maria-altaar:
marie eltjer (Q014p Urmond)
|
Het (zij)altaar dat toegewijd is aan O.L. Vrouw en waarop of waarboven haar beeltenis prijkt [Maria-altaar]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23396 |
mariabeeld |
mariabeeld:
mariabeeld (Q014p Urmond)
|
Een beeld van Maria, de moeder van Jezus [Moeder Gods, Moeder Godes, Lievevrouwenbeeld, Mariabeeld?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21271 |
markt |
markt:
mɛrt (Q014p Urmond)
|
markt [RND]
III-3-1
|
21852 |
marktkraam |
kraam:
kraom (Q014p Urmond)
|
een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21711 |
marktplein |
markt:
ps. boven de "èè"staan nog lengtetekens; deze combinatieletters zijn niet te maken/om te spellen!
mèèrt (Q014p Urmond)
|
het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
e marmere beeld (Q014p Urmond),
e marmere beeldj (Q014p Urmond)
|
Marmeren beeld. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
21850 |
mars (wbd) |
mars:
mars (Q014p Urmond)
|
de mand die een kramer op zijn rug heeft [mars, hot, holfrits] [N 89 (1982)]
III-3-1
|