id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
20381 | meisje met wie men verloofd is | aanstaande: ānstōͅndə (Urmond), verloofde: vərloofdə (Urmond) | Hoe noemt men haar, wanneer men met haar verloofd is? (Hoe noemt men het meisje met wie men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [vrouwelijk] [fem, frul, caprice] [N 87 (1981)] III-2-2 |
34454 | mekkeren | bleken: blē̜kǝ (Urmond) | Geluid voortbrengen, gezegd van de geit. [N 19, 76b; monogr.] I-12 |
20970 | melig | melig: WBD/WLD méélig (Urmond) | Te rijp en daardoor droog en korrelig, gezegd van een vrucht (meelachtig, melen, versleten, melig). [N 82 (1981)] III-2-3 |
34237 | melk | melk: mē̜lk (Urmond), męlǝk (Urmond), mɛlǝk (Urmond) | De hoofdzakelijk uit water, eiwit, vet en melksuiker bestaande witte vloeistof die door het vrouwelijk rund wordt afgescheiden. Op de kaart is het woordtype melk niet opgenomen. [A3, 3; A 11, 1c; A 17, 17; A 7, 14; RND 40; RND 127; S 23; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 4, 3; L 29, 5; NE 3, V 6n; Vld.; Gwn 10, 1; monogr.] I-11 |
33882 | melk van het paard | paardsmelk: pē̜sme̜lǝk (Urmond) | De biest- of paardsmelk bevat ingrediënten die het veulen tegen verscheidene ziekten weerstand geven en die er bovendien voor zorgen dat het darmpek, de taaie, donkere substantie die zich in de darmen van het pasgeboren veulen bevindt (zie het lemma ''de eerste uitwerpselen van het veulen'' (5.7)), verwijderd wordt.' [N 8, 32.6 en 57] I-9 |
34241 | melk zeven | zijen: zii̯ǝn (Urmond) | De melk door een doek, zeef of filter laten vloeien om de melk te zuiveren van onbruikbare of verontreinigende stoffen of bestanddelen. [S 46; Wi 30; monogr.; add. uit N 12, L 324] I-11 |
34095 | melkaders | melkaderen: mɛlkǭrǝ (Urmond), mɛlkǭǝrǝ (Urmond) | De aders langs de buik naar de uier. [N 3A, 118a] I-11 |
34246 | melkafromer | baar: bār (Urmond), lepel: lē̜pǝl (Urmond), pletsje: plɛtškǝ (Urmond) | De afromer scheidt de roomlaag van de melk. Dit scheiden kan gebeuren door een grote schuimspaan of een houten lepel te gebruiken. Met een houten latje kan men room tegenhouden, terwijl de ontroomde melk door de tuit van de in schuine stand gehouden plateel of teil vloeit. Men kan de room eenvoudig met een vinger wegdoen of men kan die wegblazen. Moderner is de scheiding van room en melk met een melkmachine of centrifuge. [N 12, 57 en 58; JG 1a, 1b; A 23, 3; monogr.] I-11 |
21288 | melkboer | melkboer: mɛləgbu.ər (Urmond) | melkboer [RND] III-3-1 |
24808 | melkdistel | distel: WBD/WLD distel (Urmond) | Melkdistel (sochus oleraceus 20 tot 100 cm groot. De bladeren zijn meestal ingesneden en de stengel omvattend, zacht stekelig getand, dofgroen van kleur. De bloemhoofdjes zijn klein, de bloemen zijn lichtgeel. Bloeitijd van juni tot oktober (zijdistel, [N 92 (1982)] III-4-3 |