e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
minachten; minachtend minachtend: minachtənd (Urmond) blijk gevend van minachting, met minachting [afhoudig] [N 85 (1981)] III-1-4
minnaar vriend: vruntj (Urmond) minnaar; iemand met wie een vrouw leeft zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [minnaar] [N 86 (1981)] III-2-2
miskraam miskraam: miskraom (Urmond) Miskraam: te vroegtijdige bevalling waarbij de vrucht niet levensvatbaar is (opslag, misval, misje, kwade kraam (miskraam). [N 84 (1981)] III-2-2
mist, nevel (alg.) mist: mist (Urmond), mot: mot (Urmond), nevel: nevel (Urmond) mist [domp, mok, moek] [N 22 (1963)] III-4-4
moe moeg: mø:ch (Urmond) moe [RND] III-1-2
moed courage (fr.): kraasj (Urmond), moed: moot (Urmond) onverschrokkenheid in moeilijkheden en gevaren [moed, courage] [N 85 (1981)] III-1-4
moeder moeder: moder (Urmond, ... ), ± 20 jaar geleden, bijna algemeen aangesproken met moder; jongere generatie bijna algemeen: mam  mōdər (Urmond) moeder [DC 03 (1934)] || moeder; (Hoe wordt de moeder door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] III-2-2
moederloos veulen lepveulen: lępvø̄lǝn (Urmond), moederloos veulen: mōdǝrlōs vø̄lǝn (Urmond) Veulen dat met een melkfles grootgebracht wordt. [N 8, 6] I-9
moedervlek moedervlek: modərvlèk (Urmond) Moedervlek: een aangeboren bruine vlek op de huid (moedermaal, peperkoor, pepervlek). [N 84 (1981)] III-1-1
moedig (zijn) niet bang: neet bang (Urmond) moed hebbend, onbevreesd [durvig, moedig] [N 85 (1981)] III-1-4