e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spoken (ww.) spoken: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  spoaken (Urmond) spoken (ww.) [SGV (1914)] III-3-3
spons spons: spons (Urmond) spons om ruiten mee schoon te maken [DC 15 (1947)] III-2-1
spook spook: ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  spoak (Urmond) spook [SGV (1914)] III-3-3
spoorweg spoor: spaor (Urmond) een weg met rails waarover men wagens die mechanisch voortbewogen worden, laat lopen voor het vervoer van personen en goederen [spoorweg, route, ijzerenweg] [N 90 (1982)] III-3-1
sporen van de haan hanensporen: hānǝspø̜̄r (Urmond), hānǝspōrǝ (Urmond), hānǝspǭrǝ (Urmond) Doornachtige hoornuitwas van de poten van de haan. [N 6, 3; L 7, 27b; monogr.] I-12
spotten spotten: spottən (Urmond, ... ) de spot drijven met [spotten, spreeuwen, truten, zwanzen] [N 85 (1981)] || zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts [grappen] uiten [spreeuwen, spotten, truten, zwanzen, lollen, leuren] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
spreeuw spreeuw: sjprèèf (Urmond), spraew (Urmond), sprieuw (Urmond) Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] || spreeuw (21,5 overal talrijke bekende soort; wel eens verward met merel [018]; in voorjaar paars glanzend-zwart en gele bek; rest van het jaar witgespikkeld bruin; altijd druk en in troepen; broedt in allerlei gaten; overal voorkomend [N 09 (1961)] III-4-1
spreken, praten kallen: kallen (Urmond, ... ), spreken: sprèèken (Urmond), sprèèkən (Urmond) praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)] III-3-1
sprenkelen sprenkelen: sprénkələn (Urmond) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] III-4-4
springzaad balsemien: WBD/WLD  balzəmien (Urmond) Balsemien (impatiëns balsemina). De bovenste bladeren niet in kransen om de stengel. De stengel groeit rechtopstaand, meestal weinig vertakt en ongeveer 1/2 m hoog of lager. De bloemen zijn rood, wit of gevlekt, haast altijd …gevuld", alleenstaand of in g [N 92 (1982)] III-4-3