33393 |
varkenstrog |
trog:
trōx (Q014p Urmond),
trǭx (Q014p Urmond)
|
De vaste voerbak in een varkenshok voor het vloeibare voedsel. [N 5A, 60d; A 4, 4d; L 8, 19; L 20, 4d]
I-6
|
20646 |
varkensvet |
smout:
smaut (Q014p Urmond),
vet:
vĕt (Q014p Urmond)
|
reuzel [SGV (1914)] || smout [SGV (1914)]
III-2-3
|
20594 |
vast |
hel gebakken:
hèl gəbakkən (Q014p Urmond),
vast gebakken:
vas gebakkə (Q014p Urmond)
|
doorbakken; Hoe noemt U: Zwaar gebakken, gezegd van brood (derf, klut, klei, knoef, kluit) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18427 |
vaste boord |
kraag:
kraag (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond)
|
kraag, vaste halsboord van een overhemd [N 23 (1964)]
III-1-3
|
34272 |
vaste uitwerpselen |
keutelen:
kø̄tǝlǝn (Q014p Urmond),
schaapskeutelen:
šǭpskø̄tǝlǝ (Q014p Urmond),
schapenkeutelen:
šǭpǝkø̄tǝlǝ (Q014p Urmond),
stront:
stront (Q014p Urmond),
varkenskeutelen:
vɛrkǝskø̄tǝlǝ (Q014p Urmond)
|
[N 76, 35; A 9, 24d]In de vragen L 20, 22f en A 4, 22f werd ook gevraagd naar het gebruik van schapenmest. Uit de antwoorden blijkt dat schapenmest kon dienen als bemesting in het algemeen en als weiland- en bloembemesting. Ook vermengde men schapenmest met stalmest. Schapenmest werd wel eens gebruikt om stokbomen in te planten. [N 77, 122; L 20, 22f; A 4, 22f; A9, 24c] || Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.]
I-11, I-12
|
33363 |
vaste voer- en drinkbak |
krib:
krøp (Q014p Urmond)
|
De opgemetselde bak of goot, soms in vakken verdeeld, die vóór de koeien langs loopt, waaruit de koeien eten en drinken. De hoogte van de bak verschilt van plaats tot plaats. Het water wordt het laatst in de bak gedaan. De bak is dan meteen schoon. Zie ook het vorige lemma "voer- en drinkgoot" (2.2.14). Zie ook afbeelding 10 bij het lemma "koeienstand" (2.2.23). [N 5A, 37b; N 4, 76; N 5, 96; L 1, a-m; L A1, 174; S 19; Wi 4; monogr.; add. uit N 5A, 37a; A 10, 10]
I-6
|
22648 |
vastenavond |
vastelavond:
vastəloͅ.vənt (Q014p Urmond),
ps. boven de a (van ... oavend) staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
vasteloavend (Q014p Urmond)
|
vastenavond [RND] || Vastenavond [SGV (1914)]
III-3-2
|
23332 |
vastendag |
vasteldag:
vèsseldaag (Q014p Urmond)
|
vastendag [SGV (1914)]
III-3-3
|
25255 |
vat, maat van 30 liter |
vat:
(vaste stof).
vaat (Q014p Urmond)
|
de maat die een inhoud aangeeft van ± 30 liter [vat] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21284 |
vechten |
knokken:
knokkən (Q014p Urmond),
vechten:
fɛxtən (Q014p Urmond),
vechtən (Q014p Urmond)
|
Hij deed geheel de wereld vechten. [RND] || ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)]
III-3-1
|