e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
werkdaagse jas aldaagse jas: ene aldaagse jas (Urmond) werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)] III-1-3
werkdag werkeldag: werkeldaagse kleier (Urmond) door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)] III-3-1
werken werken: wirkən (Urmond, ... ), wɛrkən (Urmond) arbeid verrichten [werken, arbeiden, wrochten] [N 85 (1981)] || geregelde arbeid verrichten; zijn taak, beroep of bedrijf uitoefenen [werken, arbeiden, wrochten] [N 89 (1982)] || werken [RND] III-3-1
werken op de boerderij martelen: martǝlǝ (Urmond) Ook te verstaan als het doen van huishoudelijk werk in het boerenbedrijf. De belangrijkste termen in taalgeografische zin zijn ongetwijfeld schommelen en keuteren; deze zijn dan ook in kaart gebracht; vergelijk nog de behandeling van schommelen in Goossens 1963b. De op Nederlandse bodem ontstane afleiding labeuren van het Franse leenwoord labeur is in de semasiologische kaart 5 ondergebracht. Verreweg het grootste deel van de andere opgaven zijn expressief geladen uitdrukkingen met velerlei connotaties voor "hard werken, zich afsloven" in het algemeen. [JG 1b; L 8, 149, S 47; monogr. add. uit N 5A, 95a; L 37, 11c] I-6
werklustig ijverig: ievərich (Urmond) niet bang voor moeite [moedig, dapper] [N 85 (1981)] III-1-4
werkschoen akkerschoen: akkersjoon (Urmond) ploegschoenen [bow-, werkschoon] [N 24 (1964)] III-1-3
werpen van jongen jongelen: WBD/WLD  jungələ (Urmond) Hoe noemt u een jong ter wereld brengen (jongen, moederen) [N 83 (1981)] III-4-2
wervelwind wervelwind: wirvelwenjd (Urmond) wervelwind [hauwmauw, remouw, hauw, ow, mouwmeuke, windroes] [N 22 (1963)] III-4-4
wesp wesp: wèsp (Urmond) wesp [DC 09 (1940)] III-4-2
wethouder, schepen wethouder: wéthawwər (Urmond) het door de gemeenteraad gekozen lid van het dagelijks bestuur van een gemeente [wethouder, schepen] [N 90 (1982)] III-3-1