18597 |
werkdaagse jas |
aldaagse jas:
ene aldaagse jas (Q014p Urmond)
|
werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)]
III-1-3
|
21486 |
werkdag |
werkeldag:
werkeldaagse kleier (Q014p Urmond)
|
door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)]
III-3-1
|
19132 |
werken |
werken:
wirkən (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond),
wɛrkən (Q014p Urmond)
|
arbeid verrichten [werken, arbeiden, wrochten] [N 85 (1981)] || geregelde arbeid verrichten; zijn taak, beroep of bedrijf uitoefenen [werken, arbeiden, wrochten] [N 89 (1982)] || werken [RND]
III-3-1
|
33336 |
werken op de boerderij |
martelen:
martǝlǝ (Q014p Urmond)
|
Ook te verstaan als het doen van huishoudelijk werk in het boerenbedrijf. De belangrijkste termen in taalgeografische zin zijn ongetwijfeld schommelen en keuteren; deze zijn dan ook in kaart gebracht; vergelijk nog de behandeling van schommelen in Goossens 1963b. De op Nederlandse bodem ontstane afleiding labeuren van het Franse leenwoord labeur is in de semasiologische kaart 5 ondergebracht. Verreweg het grootste deel van de andere opgaven zijn expressief geladen uitdrukkingen met velerlei connotaties voor "hard werken, zich afsloven" in het algemeen. [JG 1b; L 8, 149, S 47; monogr. add. uit N 5A, 95a; L 37, 11c]
I-6
|
18915 |
werklustig |
ijverig:
ievərich (Q014p Urmond)
|
niet bang voor moeite [moedig, dapper] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18305 |
werkschoen |
akkerschoen:
akkersjoon (Q014p Urmond)
|
ploegschoenen [bow-, werkschoon] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
24330 |
werpen van jongen |
jongelen:
WBD/WLD
jungələ (Q014p Urmond)
|
Hoe noemt u een jong ter wereld brengen (jongen, moederen) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
25135 |
wervelwind |
wervelwind:
wirvelwenjd (Q014p Urmond)
|
wervelwind [hauwmauw, remouw, hauw, ow, mouwmeuke, windroes] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
24399 |
wesp |
wesp:
wèsp (Q014p Urmond)
|
wesp [DC 09 (1940)]
III-4-2
|
21704 |
wethouder, schepen |
wethouder:
wéthawwər (Q014p Urmond)
|
het door de gemeenteraad gekozen lid van het dagelijks bestuur van een gemeente [wethouder, schepen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|