| 33138 |
breeddorser |
breeddorser:
bręi̯dē̜šǝr (Q014p Urmond),
schudder:
šø̜dǝr (Q014p Urmond)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
| 18786 |
breien |
strikken:
sjtrikke (Q014p Urmond)
|
breien [SGV (1914)]
III-1-3
|
| 18392 |
bretel |
help:
helpe (Q014p Urmond, ...
Q014p Urmond)
|
bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 18099 |
breuk |
breuk:
brök (Q014p Urmond)
|
breuk [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 33752 |
breukhengst |
breukhengst:
brø̜̄khęŋs (Q014p Urmond),
slecht gesneden:
slecht gesneden (Q014p Urmond)
|
Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c]
I-9
|
| 23316 |
brevier |
brevier (<lat.):
breveer (Q014p Urmond)
|
brevier [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 21250 |
brief |
brief:
bre:f (Q014p Urmond),
breef (Q014p Urmond)
|
brief [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21205 |
briefkaart |
briefkaart:
breefkaart (Q014p Urmond)
|
de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 33840 |
briesen |
spruisen:
spruzǝ (Q014p Urmond),
šprusǝ (Q014p Urmond)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
| 19245 |
broeden |
uitbroeden:
oetbreujən (Q014p Urmond)
|
ontwerpen, uitdenken, gezegd van bijv. een plan, een aanslag [beramen, braaien, broeden] [N 85 (1981)]
III-1-4
|