e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

Gevonden: 4486
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
cirkel, kring ring: rĕnk (Urmond, ... ), rèènk (Urmond), ronde: rónj (Urmond), schijf: sjief (Urmond) cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)] III-4-4
citroenmelisse citroenplant: WBD/WLD  sitroenplant (Urmond) Citroenmelisse (melissa officinalis de sterk naar citroen geurende blaadjes van deze plan gebruikt men in soepen, sausen en bij de inmaak van diverse artikelen, o.a. haring en paling (citroenkruid, averiet, averoen, melisse). [N 82 (1981)] I-7
citroenvlinder vlinder: WBD/WLD  vlindər (Urmond) Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)] III-4-2
cocon pop: WBD/WLD  póp (Urmond, ... ) Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] III-4-2
colbertjasje jas: jas (Urmond) colbertjasje, (korte) jas van een kostuum [N 23 (1964)] III-1-3
communiebank communiebank: kemuniebank (Urmond) De balustrade aan de voet van het priesterkoor, waaraan de gelovigen de communie ontvangen [communiebank?]. [N 96A (1989)] III-3-3
communiekleed communiekleed: kemunikleid (Urmond) Het kleed, de doek daarover [communiekleed, communiedoek]. [N 96A (1989)] III-3-3
communietaart opzet: opzêt (Urmond) Hoog pronkgebak, opgebouwd uit roombolletjes, soesjes, of schuimpjes, met bovenop een suikeren beeldje, speciaal voor communiefeesten (opzat, opzats?) [N 16 (1962)] III-2-3
compost compost: kǫmpǫst (Urmond) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1
crocus (crocus vernus l.) krokus: WBD/WLD  crocus (Urmond) Crocus (crocus vernus). De bloemen zijn paars, geel, wit of gestreept. De bladeren zijn iets korter dan de bloem, donkergroen met een brede witte streep in het midden. Bloemen alleen of bij paren, omgeven door 1 schedeblad, de bloemen en bladeren zijn ing [N 92 (1982)] III-2-1