e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Urmond

Overzicht

Gevonden: 4486
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
drukte, gedoe gedoens: gedoons (Urmond), omstand: omstènj (Urmond) een overvloed van bezigheden, drukte [slemeur, trubbel, navegatie, begankenis, omstand, wiet] [N 85 (1981)] || gedoente [SGV (1914)] III-1-4
druppel druppel: dröppəl (Urmond), en dröppel (Urmond, ... ), en dröppel water (Urmond) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4
dubbel gezwad dubbel gezwad: døbǝl [gezwad] (Urmond) De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94] I-3
dubbeltje dubbeltje: e dubbeltje (Urmond), willempje: willemke (Urmond) dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)] III-3-1
duif (alg.) duif: doef (Urmond) Duif [SGV (1914)] III-3-2
duif, algemeen duif: doef (Urmond) Duif [SGV (1914)] III-4-1
duiker duiker: dŭŭkər (Urmond) de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)] III-3-1
duim duim: doem (Urmond), dōēm (Urmond) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duim, maat van 2,5 cm duim: doem (Urmond) de maat die een lengte van 2 1/2 cm aangeeft [duim] [N 91 (1982)] III-4-4
duimeling duimeling: doemeling (Urmond), dumeling (Urmond) hoesje of deel van handschoen dat ter beschermin van een gekwetste vinger wordt geschoven en aan de pols wordt vastgemaakt [sluif, sleuf, duimeling] [N 23 (1964)] III-1-3