32625 |
enkele kunstmestsoorten |
chili:
šili (Q014p Urmond),
thomasslakken:
thomasslakken (Q014p Urmond)
|
In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd geïnformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.]
I-1
|
33605 |
enten |
gruffelen:
grøfələn (Q014p Urmond),
pukken zetten:
pukke zetten (Q014p Urmond)
|
[RND 08] [SGV (1914)]
I-7
|
21204 |
envelop |
envelop (<fr.):
ènvəlop (Q014p Urmond)
|
de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
17985 |
epidemie |
besmettelijke krankte:
bəsméttəlikkə krèngkdə (Q014p Urmond)
|
Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19013 |
er heet aan toegaan |
spannen:
spannən (Q014p Urmond)
|
er heet aan toegaan, er heftig aan toegaan [spannen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
22433 |
ereboog |
boog:
bōͅx (Q014p Urmond)
|
Een boog opgericht over iemands weg als eerbewijs, bijv. bij een feest [boog, triumf, toog]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33610 |
erf |
goed:
gōt (Q014p Urmond)
|
I-7
|
20217 |
erfenis |
erfenis:
èrfənis (Q014p Urmond)
|
het geheel van wat iemand van een overledene krijgt [erfenis, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20300 |
erfgenaam |
erfgenaam:
èrfgenaam (Q014p Urmond)
|
degene die een erfenis of een gedeelte daarvan krijgt [erfgenaam, erf] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18837 |
ernstig |
menens:
meinəs (Q014p Urmond),
serieus:
sərjeus (Q014p Urmond)
|
van ernst vervuld [serieus, menens, ernstig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|