e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
landstreek gegend (du.): jaejend (Vaals), vierdel: viddel (Vaals) landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)] III-4-4
lange dunne tak gard: jeat (Vaals) Een lange dunne tak (geert) [N 82 (1981)] III-4-3
lange neus lange tul: lang tul (Vaals) neus, Een lange ~ (fokker, domphoren, vonk). [N 84 (1981)] III-1-1
lange onderbroek? lange onderboks: lang oongerboks (Vaals) Lange onderbroek voor mannen. [DC 62 (1987)] III-1-3
lange, dunne tak dunne tak: dunne tak (Vaals) dunne tak [DC 35 (1963)] III-4-3
langpootmug snijder: sjnieder (Vaals), šniejdər (Vaals), žnieder (Vaals) Hoe noemt u de grote mug met bijzonder lange, breekbare poten (langpootmug, horlogemaker, glazemaker, snijder) [N 83 (1981)] || langpootmug [DC 18 (1950)] III-4-2
langzaam, traag langzaam: langsaam (Vaals) langzaam (lui, traag, stil, telijig) [DC 39 (1965)] III-4-4
lantaarn straatlamp: štroͅslāmp (Vaals) lantaarn [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
lap lommel: loemel (Vaals) sterke doek of stof [lap, vel, lel, del] [N 86 (1981)] III-1-3
lasteren quatschen (du.): kwatsche (Vaals), slecht maken: sjlet mache (Vaals) het schenden van iemands goede naam [achterpraat, achterklap, laster] [N 85 (1981)] || iemands goede naam schenden [labbekakken, insteken, bespreken, rabbelen, klapperen, commeren] [N 85 (1981)] III-1-4