e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rammelaar rammelaar: rammler (Vaals) konijn, mannetje [DC 04 (1936)] III-2-1
rank rank: ränk (Vaals), tek (mv.): tek (Vaals) Stengel met bladeren, bloemen, etc. die in zichzelf niet voldoende stevigheid bezit om overeind te staan, vooral van klimplanten (reng, rank, rene, tak). [N 82 (1981)] III-4-3
rapen rapen: rǭpǝ (Vaals) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
razen en tieren razen: roaze (Vaals) luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)] III-1-4
razend van woede pratsgek: pratsch jek (Vaals) razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)] III-1-4
rechtsachter rechtsback (<eng.): reeətsbäk (Vaals) Linksachter, rechtsachter. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtsvoor rechtsvoor: reeətsveur (Vaals) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
rechtvaardig eerlijk: ierlisch (Vaals), recht: reëht (Vaals) handelend naar recht en billijkheid, rechtvaardig [gerecht, gerechtig] [N 85 (1981)] III-1-4
regenpijp kandel: kāndǝl (Vaals) De buis die het regenwater vanuit de dakgoot naar beneden voert. [N 64, 149a; L 24, 23b; L 24, 38; L B1, 160b; monogr.; Vld.] II-9
regenworm regenworm: reeənwoorəm (Vaals), worm: wō.rəm (Vaals), wörəm (Vaals, ... ) pier, aardworm [ZND B2 (1940sq)] || regenworm [DC 40 (1965)] || worm, alg. III-4-2