17832 |
rusten |
rusten:
ruiste (Q222p Vaals)
|
Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18119 |
ruw |
ruw:
roow (Q222p Vaals)
|
Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21364 |
ruw, hard |
hel:
haël (Q222p Vaals)
|
zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21292 |
ruzie |
ruzie:
ruze (Q222p Vaals)
|
een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21291 |
ruzie maken |
ruzie maken:
ruze mache (Q222p Vaals)
|
ruzie maken [kakelen, puken] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
24372 |
salamander |
steenbijter:
žteebiessŏr (Q222p Vaals)
|
salamander [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
21105 |
salie |
salbei:
salbei (Q222p Vaals)
|
Hoe noemt men bij u de afgebeelde plant? Het is een heesterachtige plant van ca. 60 cm hoog met tamelijk lange, wat kreukelige bladeren met gekartelde randen. Zij staan tegenover elkaar en zijn grijsgroen van kleur. De bloempjes zijn blauw-wit (soms ook r [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
24682 |
sap in planten |
melk:
milsj (Q222p Vaals),
sap:
saft (Q222p Vaals)
|
Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33584 |
sap van een vrucht |
melk:
milsj (Q222p Vaals),
saft:
saft (Q222p Vaals),
vruchtensaft:
vruutesaft (Q222p Vaals)
|
Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)]
I-7
|
21028 |
saus |
saus:
sááws (Q222p Vaals)
|
saus [RND]
III-2-3
|