e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bundel groenten bussel: bussel (Vaals) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] III-2-3
bunzing iltis: ieltis (Vaals) bunzing [DC 07 (1939)] III-4-2
bus bus: bus (Vaals) bus: Wij moeten ons haasten om de - te halen [DC 27 (1955)] III-3-1
bussel uitgedorst stro bussel: bø̄sǝl (Vaals), schoof: šǫu̯f (Vaals) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
buurman nabuur: noͅbər (Vaals) een buurman [ZND B1 (1940sq)] III-3-1
buurten babbelen: bubələ (Vaals), gemtliche (du.) avond (zn.): jemuetlieje ovend (Vaals) buurten (s avonds bij de buren gaan praten) [ZND B1 (1940sq)] || de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)] III-3-1
buurvrouw nabuurse: noͅbišə (Vaals) een buurvrouw [ZND B1 (1940sq)] III-3-1
canadapopulier canadas: canadas (Vaals) De canadese populier; kruising tussen de zwarte populier en amerikaanse soort (canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot). [N 82 (1981)] III-4-3
cariës cari?s: cariës (Vaals) Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)] III-1-2
cement cement: tsǝ`mɛnt (Vaals) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9