e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een zandbad nemen (zich) mullen: mø̜lǝ (Vaals) Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.] I-12
eendenhok eendenstal: ɛ ̝ndǝštāl (Vaals) Afgeschotte ruimte in de stal, doorgaans vlak bij de kippenkooi, waar men eenden houdt. [A 10, 9j] I-6
eenvoudig einfach (du.): einfarch (Vaals) zonder overdaad, weelde of vertoon, niet voornaam [bedest, gewoon, eenvoudig] [N 85 (1981)] III-1-4
eenzaam alleen: alling (Vaals) alleen, zonder gezelschap; ver van mensen verwijderd [eenlijk, eendelijk, allenig, enig, eens] [N 87 (1981)] III-3-1
eerlijk eerlijk: ierlezj (Vaals), ierlisch (Vaals) eerlijk: Jullie moeten die snoepjes - delen [DC 39 (1965)] || zonder leugen en bedrog [treffelijk, eerlijk] [N 85 (1981)] III-1-4
egel egel: iejel (Vaals) egel [DC 04 (1936)] III-4-2
eggen egen: ē̜jǝ (Vaals) Het land met de eg bewerken, met de eg over het land gaan. Bedoeld wordt die bewerking waarbij de tanden van de eg door de grond gaan. Voor de bewerking van de grond met een ondersteboven gekeerde eg zie men het lemma ''slepen''. De verschillende manieren van eggen komen in de volgende lemmata aan de orde. NB 1. Hieronder worden de typen eegden, egen en eggen onderscheiden. Onder verwijzing naar dit lemma wordt het betrokken woord(deel) in de volgende lemmata door ''eggen'' resp. ''eggen'' gesubstitueerd. 2. In de volgende lemmata is het werkwoordelijk deel eggen bij de dialectvarianten kortheidshalve weggelaten. In verband daarmee wordt eventuele assimilatie c.q. invoeging van een verbindings-n aan het slot van het aan eggen voorafgaande woord(deel) niet tot uitdrukking gebracht. [JG 1a + 1b; N 11, 79; N 11A, 170; N 15, 3; R 3, 4; div.; monogr.] I-2
ei zonder schaal liezenei: līzǝnęi̯ (Vaals) Ei dat alleen door een vlies is omgeven en dat geen schaal heeft. [N 19, 54a; N 7, 11; JG 1b, 1c, 2c; L 5, 80; Vld.; L B2, 366; monogr.] I-12
eierdopje eierdopje: eiordupžə (Vaals) eierdopje [DC 39 (1965)] III-2-1
eiertikken titsen: zelfstandig naamwoord  tietžə (Vaals) spelletjes met eieren [VC 29 (1964)] III-3-2