e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootmoeder gross-moeder: gruësmodder (Vaals), jruesmodder (Vaals) grootmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
grootouders gross-ouderen: gruëseldere (Vaals), jrueseldere (Vaals) grootouders [DC 05 (1937)] III-2-2
grootvader gross-vader: gruësvadder (Vaals), jruesvadder (Vaals) grootvader [DC 05 (1937)] III-2-2
grootx groot: jruëss (Vaals), ps. boven de Ë staat nog een dakje (^ deze combinatieletter is niet te maken.  jrūs (Vaals), ps. onder de e staat nog een streepje; deze combinatieletter is niet te maken.  grues (Vaals) groot [DC 03 (1934)] III-4-4
grote knikker dikke frank: eŋə dikə frāŋk (Vaals), tuilfrank: WNT: tuil (III), 3. a) [...] aardhoop [...] -- Vandaar: knikker van zwarte potaarde.  tulfrank (Vaals) Een dikke glazen knikker. [ZND B1 (1940sq)] || Grosser Wurfmurmel. III-3-2
grote ruzie? krach (du.): krach (Vaals) een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)] III-3-1
grote schoonmaak huispoets: Der hōēspoets is hêngor der ruk (Vaals), hōēspoets (Vaals) de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] III-2-1
grote wolk wolk: woolk (Vaals) grote, op zichzelf staande wolk [bonk] [N 81 (1980)] III-4-4
guitig olijk: oolluisj (Vaals) vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)] III-1-4
gulden gulden: gulden  eŋə jölds (Vaals) dialectnamen van de kleinste geldstukken (met waarde) [ZND B2 (1940sq)] III-3-1