e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaals

Overzicht

Gevonden: 2360
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemand graag mogen gaarne hebben: jer ha (Vaals), goed lijden: joot lieje (Vaals) iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] || warme genegenheid of gehechtheid aan een persoon of zaak [liefde, hart] [N 85 (1981)] III-3-1
iemand hinderen hinderen: hingere (Vaals, ... ), ophouden: op houwe (Vaals) iemand beletten zijn werk uit te voeren [mishandelen, verhinderen] [N 85 (1981)] || iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)] || iets dat het tot een einde brengen van een handeling in de weg staat [ongerief, mishand] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand iets op het hart drukken de wacht aanzeggen: de wach a zache (Vaals) iemand iets met nadruk aanbevelen opdat hij het niet vergeten of verzuimen zal [de wacht aanzeggen, bokstapelen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand iets verwijten verwijten: verwieze (Vaals), vərwīzə (Vaals) iemand verwijten [ZND B1 (1940sq)] || iemand wijzen op een schuld of tekortkoming, of hem daarmee belasten [voorstoten, voorschieten, verwijten] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand kwaad maken zanken (du.): tsenke (Vaals) iemand kwaad maken [tirtsen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand luidruchtig berispen sakkeren: tsakkere (Vaals) iemand iets verwijten, kwalijk nemen en dat met luide stem kenbaar maken [de broek opnestelen, kijven, meegeven, belakken] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand prijzen loben (du.): lobe (Vaals), prijzen: prīzə (Vaals) iemand enorm prijzen, vaak overdreven [ombragie maken] [N 85 (1981)] || iemand prijzen of loven [ZND B1 (1940sq)] III-1-4
iemand weerstaan durch-zetten (< du.): durch zitze (Vaals) het volhouden tegen iemand, iemand niet zijn zin geven [bolwerken, keephouden, het iemand staan] [N 85 (1981)] III-1-4
iets in acht nemen in acht nemen: in aat nemme (Vaals) zorg dragen voor, in acht nemen [waren] [N 85 (1981)] III-1-4
iets opkroppen opkroppen: opkroppe (Vaals) zijn verdriet of ongenoegen proberen verborgen te houden [opkroppen, kroppen] [N 85 (1981)] III-1-4