e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fuik fuik: foek (Valkenburg, ... ) 1. Fuik. || fuik [SGV (1914)] III-3-2
fundament fundering: føndēreŋ (Valkenburg) De grondvesten van een gebouw. Het fundament kan al dan niet onderheid zijn, wordt in metselsteen, stampbeton of gewapend beton uitgevoerd en reikt tot aan het maaiveld of de begane grond. [N 31, 1a; N 31, 1b; N 31, 1c; monogr.] II-9
gaan gaan: goan (Valkenburg) gaan [SGV (1914)] III-1-2
gaan liggen (van de wind) gaan liggen: goon liggə (Valkenburg) gaan liggen, gezegd van de wind [stillen] [N 81 (1980)] III-4-4
gaar gaar: gaar (Valkenburg, ... ), murg: mörch (Valkenburg) gaar; Hoe noemt U: Goed gekookt (gaar, murw) [N 80 (1980)] III-2-3
gaas gaas: gās (Valkenburg) Luchtig en doorschijnend weefsel, waarbij de draden wijd uiteenliggen. [Gi 1.IV, 57; MW] II-7
gaatje voor de schoenveter rijglok: rielaok (Valkenburg), rielooker (Valkenburg) gaatjes in de schoen waardoor de veter wordt geregen [riegaater] [N 24 (1964)] || rijggat III-1-3
gabardine gabardine: gabǝrdin (Valkenburg) Wollen, halfwollen, katoenen of zijden stof met hoogliggende, steile keper, waterdicht gemaakt voor regenkleding (Van Dale, pag 804). [N 62, 87; N 62, 98; N 59, 201; N 62, 75f; MW; monogr.] II-7
gal gal: gal (Valkenburg) Gallen zijn veerkrachtige zwellingen met vochthoping in de gewrichtszakken, peesscheden of slijmbeurzen. Gallen komen voor langs de pijp, achter de knie, de koot en de kogel. Door allerlei oorzaken kunnen gallen ontstaan aan voor- en achterknieën, bij het jonge dier door verkeerde voeding, een tekort aan vitamine, een wormbesmetting, verkeerde standen, voetverwaarlozing en het te vroeg inspannen; bij oudere paarden zijn gallen vaak een teken van slijtage. Zie afbeelding 17 en 20. [A 48A, 54h; N 8, 90d, 90f en 90h; monogr.] I-9
galgenaas schindaas (du.): sjin-oas (Valkenburg) galgenaas [SGV (1914)] III-3-1