e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dikke boterham smouer: sjmouer (Valkenburg), Eigen phonetische  sjmouər (Valkenburg) Een dikke boterham (sjmouer, sjmouel?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke hakken dikke hakken: dikǝ hakǝ (Valkenburg) Verdikking aan de achterkant van het spronggewricht tengevolge van vochtophoping, die kan ontstaan door trappen, stoten of slaan tegen harde voorwerpen. Het is duidelijk merkbaar als men het achterbeen van opzij bekijkt. Zie afbeelding 17 en 18. [N 8, 90d, 90e, 90f, 90h en 90j; monogr.] I-9
dikke snee brood dikke snee brood: Eigen phonetische  diekə schnee broid (Valkenburg), pil: pil (Valkenburg) Een dikke snee (haacht, hawiejk, wiejk, pil, stuut, hiejs?) [N 16 (1962)] III-2-3
dikke want wollen haas: wölle heissche (Valkenburg) wanten, dikke ~, gemaakt van grove (wollen) stof [pieje, piejhesje] [N 23 (1964)] III-1-3
dikke wollen sjaal dikke sjaal: diekke schaal (Valkenburg), sjerp: scherp (Valkenburg) das, dikke wollen (winter)~ [N 23 (1964)] || wollen gebreide halsdoek, bouffante III-1-3
dikke, warme mantel dikke jas: ənə dieke jas (Valkenburg), ənə diekə jas (Valkenburg), jas: jas (Valkenburg), jekker: jɛkkər (Valkenburg, ... ), mantel: mantel (Valkenburg), paletot (fr.): voor mannen  paltoŋ (Valkenburg, ... ) damesmantel, warme ~ [windvanger, kabang] [N 23 (1964)] || een dikke mantel [ZND 31 (1939)] III-1-3
dinsdag dinsdag: deensdeg (Valkenburg, ... ), deensdig (Valkenburg, ... ), dinsdig (Valkenburg), īch kòm deensdig (Valkenburg), ps. invuller heeft voor dinsdag niets genoteerd!  deensdeg ? (of dinsdag) (Valkenburg) dag; dinsdag [N 07 (1961)] || Dinsdag [ik kom ~] [SGV (1914)] III-4-4
dinsdag voor aswoensdag dulle dinsdag: dullendeensdeg (Valkenburg) Dollen Dinsdag, derde vastenavondsdag. III-3-2
directoire sjemiebroek: [Vgl. WBD III, 1.3: directoire, sjemieboks]  sjemiebrook (Valkenburg) directoire, damesbroek met elastiek in de pijpezoom [sjans-, sjemieboks] [N 25 (1964)] III-1-3
dirigent van het zangkoor dirigent (<du.): dirisjent (Valkenburg) De dirigent, de leider van het zangkoor. [N 96B (1989)] III-3-3