e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
juffrouw dame: daam (Valkenburg), juffrouw: juffrouw (Valkenburg), jungfer (du.): Van Dale (DN): Jungfer, 1. (vero.) juf(fer), juffrouw; - 2. (pej.) jongedochter, oude vrijster.  jòmfer (Valkenburg) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)] III-3-1
jumper jumper: jumper (Valkenburg) jumper, damesvest met mouwen en knopen [N 23 (1964)] III-1-3
jurk kleed: kleit (Valkenburg), ver zulle dat kleit gans mote oeterein hole veurtat veer ⁄t kinne verandere (Valkenburg) jurk, japon, kleed van een vrouw [pon] [N 24 (1964)] || Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)] III-1-3
jus, vleesnat broei: breu (Valkenburg, ... ), jus: jus (Valkenburg), sjuu (Valkenburg, ... ), saus: saus (Valkenburg), Eigen phonetische  saus (Valkenburg) jus || kooknat || saus || Saus of jus (sop?) [N 16 (1962)] || vleesnat III-2-3
kaak kaak: kaak (Valkenburg, ... ), wang: wang (Valkenburg) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1
kaakbeen(rand) kaak: kaak (Valkenburg), kaake (Valkenburg), raak: de raak (Valkenburg), Vgl. Dt. Rachen.  raake (Valkenburg, ... ) kaakrand waarin de tanden staan [raak] [N 10 (1961)] || Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [DC 27 (1955)] III-1-1
kaakgestel kakement: kakement (Valkenburg) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1
kaal (zijn), kaal hoofd glad wie een eikop: glad wie `n eikop (Valkenburg), kale kop: kale kop (Valkenburg), kletskop: ĕne kletsjkop hubbe (Valkenburg), kletskop (Valkenburg), plaat: ĕn plaat (Valkenburg) kaal hoofd (hebben) [N 10 (1961)] || kaal hoofd (hebben) (spotbenamingen) [kletskop, hij is bij het goevernement] [N 10 (1961)] III-1-1
kaam kaam/kamen: kø̜̄m (Valkenburg) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaantjes krapjes: krepke (Valkenburg), krepkes (Valkenburg), krèp:kes (Valkenburg), krèpkes (Valkenburg), krépkes (Valkenburg), krappen: krabbe (Valkenburg, ... ), krappe (Valkenburg, ... ) Hoe heten de vetklonters, die overblijven, als runds of varkensvet wordt gesmolten? (kaan) [ZND 02 (1923)] || uitgebraden spek of reuzel || vetklonters die overblijven bij het smelten van runds- of varkensvet [N 06 (1960)] III-2-3