24867 |
klaverzuring |
hazeklee:
(lat. oxalis acetosella)
hazeklièè (Q101p Valkenburg),
hazenklaver, koekoeksbrood
hazeklièè (Q101p Valkenburg)
|
hazenklaver, koekoeksbrood || witte klaverzuring
III-4-3
|
18171 |
kledij, kleren |
kledage:
kleijaasch (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
kleren:
kleier (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
kleijer (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
(t kleid)
kleier (Q101p Valkenburg),
t dinge, ploete, lijnwaad, kluft]:
kleier (Q101p Valkenburg)
|
... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)] || kleding, kledij (verzamelnaam) [kleerazie, klejaasj] [N 23 (1964)] || kleedij || kleren, kledingstukken [kleer [N 23 (1964)] || Kleren. Ga eens en wees zo goed, en zeg aan uw zuster dat ze de kleren van uw moeder moet afnaaien en met de borstel afborstelen [ZND 04 (1924)]
III-1-3
|
18172 |
kleed |
kleed:
ut kleid (Q101p Valkenburg)
|
... de kleren (het kleed) ... - bedoeld wordt de vrouwenkleding [DC 03 (1934)]
III-1-3
|
18285 |
kleerborstel |
borstel:
beurschtel (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
kleerborstel:
kleijerbeursjtel (Q101p Valkenburg)
|
Kleerborstel. Hoe noemt men het hierboven afgebeelde voorwerp, dat wordt gebruikt om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen enz. te verwijderen? [DC 15 (1947)]
III-1-3
|
19677 |
kleerkast |
kast:
kas (Q101p Valkenburg),
klederkast:
kleijerkas (Q101p Valkenburg)
|
kleerkast [DC 39 (1965)]
III-2-1
|
19971 |
kleerkist |
kist:
kes (Q101p Valkenburg)
|
klerenkist
III-2-1
|
19631 |
kleerkist, kleerkoffer |
hutkoffer:
hutkoffer (Q101p Valkenburg),
klederkist:
kleijer kies (Q101p Valkenburg)
|
Hoe noemt u een houten koffer (om kleren in te bewaren)? [N 104 (2000)]
III-2-1
|
24446 |
kleerluis |
klederluis:
eigen spellingsysteem
kleijerlōēs (Q101p Valkenburg)
|
kleerluis die eieren legt in de naden van vuile onderkleren [N 26 (1964)]
III-4-2
|
28709 |
kleermaker |
kleer-/kledermaker:
klęjǝrmēkǝr (Q101p Valkenburg),
snijder:
šnīdǝr (Q101p Valkenburg)
|
Algemene benaming voor persoon die kleren maakt. [N 59, 197a; L 1a-m; L 28, 2; S 18; monogr.]
II-7
|
28872 |
kleermakerskrijt |
snijderskrijt:
šnīdǝrškrīt (Q101p Valkenburg)
|
Het kleermakerskrijt wordt gebruikt om patronen op de stof over te nemen. Deze krijtlijnen verwijdert men later weer. Het krijt is vier- of driehoekig van vorm (Gerritse, pag. 21) en voelt vettig aan (Papenhuyzen III, pag. 9). Men kan ook met behulp van een zogenaamde rokkenspuit een lijn trekken. Door verstuiven van krijtpoeder kan men hiermee een lijn op de rok trekken om een rechte zoom te krijgen op de juiste hoogte. Zie afb. 6 en 7. [N 59, 5; N 62, 66; monogr.]
II-7
|