21411 |
kopen |
gelden:
gelle (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
kopen:
kaupe (Q101p Valkenburg),
koupe (Q101p Valkenburg)
|
koopen [SGV (1914)] || kopen (geen context) [DC 37 (1964)]
III-3-1
|
19883 |
koper poetsen |
poetsen:
poetse (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
pötsen (Q101p Valkenburg)
|
metaal met behulp van vloeibare of zachte poetsmiddelen vlekvrij en glanzend maken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
24193 |
koperwiek |
koperwiek:
koperwiek (Q101p Valkenburg)
|
koperwiek (21 lijkt op zanglijster [019], maar met rossige plek op zij en vleugel; alleen op trek en s winters, meestal in grote troepen; roep schril [srieieieie]; zachte zang [N 09 (1961)]
III-4-1
|
19582 |
kopje |
bak:
bak (Q101p Valkenburg),
jatte (fr.):
sjat (Q101p Valkenburg),
tas:
tas (Q101p Valkenburg)
|
een kop koffie [SGV (1914)] || kopje || tas, kopje
III-2-1
|
22740 |
kopjeduikelen |
kuitselebuits slaan:
koutsjeleboutsj (Q101p Valkenburg)
|
duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)]
III-3-2
|
33987 |
kopnet |
vliegennetje:
[vliegennetje] (Q101p Valkenburg)
|
Vliegennet dat alleen over het hoofd van het paard wordt gehangen. [JG 1a, 1b; N 13, 83a]
I-10
|
20368 |
koppelen |
koppelen:
koppele (Q101p Valkenburg)
|
koppelen; twee personen tot een huwelijk met elkaar brengen [lappen, koppelen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
33967 |
koppelteugel, koppelstang |
koppelriem:
kǫpǝlrēm (Q101p Valkenburg),
paardsteugel:
pęrtstɛgǝl (Q101p Valkenburg)
|
Verbinding tussen de bitten van de paarden van een tweespan, of teugel die het haam van het bijdehandse paard (het paard dat bestuurd wordt) met het bit van het vandehandse paard (het rechtse paard van een twee- of driespan) verbindt. [N 13, 36]
I-10
|
30142 |
koppenlaag |
koplaag:
kǫplǭx (Q101p Valkenburg)
|
Laag in hun breedterichting liggende bakstenen. Zie ook afb. 38 en 41. [N 31, 23b; monogr.]
II-9
|
30133 |
koppenverband |
kopsverband:
kǫps˲vǝrbant (Q101p Valkenburg)
|
Metselverband waarbij alle stenen in een laag met de kop in zicht komen. De steen ligt daarbij op zijn platte kant. Zie ook afb. 38. [N 31, 24b]
II-9
|