| 19558 |
rasp |
rasp:
rasp (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg),
rijf:
rief (Q101p Valkenburg)
|
keukenraspel || rasp [SGV (1914)] || rasp (rief, raspel, raps) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
| 19839 |
raspen |
raspen:
raspe (Q101p Valkenburg),
raspə (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
raspen (w.w.) [SGV (1914)] || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
| 24367 |
rat |
rat:
rat (Q101p Valkenburg)
|
rat [SGV (1914)]
III-4-2
|
| 23798 |
ratel van witte donderdag |
klippeklepper:
klieppeklepper (Q101p Valkenburg)
|
De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 20529 |
rauw |
rauw:
rauw (Q101p Valkenburg)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 22338 |
ravotten |
rulsen:
rölse (Q101p Valkenburg),
Verwant met roeze of met rollen. Hgd. rülpsen.
rulsse (Q101p Valkenburg)
|
stoeien [SGV (1914)] || Wild spelen.
III-3-2
|
| 17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
tokken:
beetje vechten
toeke (Q101p Valkenburg)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
| 21356 |
rechtbank |
gerecht:
gerīch (Q101p Valkenburg),
tribunaal (<fr./lat.):
Van Dale: tribunaal (<Lat.), 1. gerecht; vooral een rechtbank voor bijzondere rechtspleging waaraan niet-juristen deelnemen, zoals in Nederl. in 1944-47 voor politieke delinquenten; -2. (gew.) rechtszitting; - bekeuring.
trībbenaal (Q101p Valkenburg)
|
rechtbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 17674 |
rechte, vormeloze benen |
kachelpijpen:
kachelpiepe (Q101p Valkenburg),
motbenen:
motbein (Q101p Valkenburg),
prise-benen (fr.):
prisebein (Q101p Valkenburg)
|
benen: rechte, vormloze benen [mok-, motbeene] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
| 33764 |
rechterkant van het paard |
vademezij:
vādǝmǝzi (Q101p Valkenburg),
vannemepaard:
vanǝmǝpē̜rt (Q101p Valkenburg)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|