34518 |
ziekten van de krop |
krop:
krop (Q101p Valkenburg)
|
De krop kan uitzetten als gevolg van voedering met te veel of moeilijk te verteren voedsel. Na het drinken van water zet hij dan uit. Na het drinken van te veel koud water kan de krop week worden door te grote afkoeling. Er treedt dan een verlamming van de spieren op. [N 19, 64]
I-12
|
23338 |
ziel |
ziel:
zièl (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
De ziel [zieël, zie.l, zeel]. [N 96D (1989)] || ziel [SGV (1914)]
III-3-3
|
23617 |
zielboek |
dodenlijst:
doadelies (Q101p Valkenburg)
|
Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23908 |
zielenheil |
zielenheil:
t zièle heil (Q101p Valkenburg)
|
Het zieleheil. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17783 |
zien, kijken |
kijken:
kieke (Q101p Valkenburg),
kîêke (Q101p Valkenburg),
zien:
zeen (Q101p Valkenburg),
zēn (Q101p Valkenburg)
|
kijken [SGV (1914)], [ZND 25 (1937)] || zien [RND], [SGV (1914)]
III-1-1
|
23427 |
zijaltaar |
zijaltaar:
ziejaltaor (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg)
|
In een zijbeuk [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] || Op het priesterkoor [zijaltaar?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23354 |
zijbeuk |
zijbeuk:
ziejbeuk (Q101p Valkenburg)
|
De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17644 |
zijde |
zij:
pien in de ziej (Q101p Valkenburg, ...
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg,
Q101p Valkenburg),
pien in de zie‧j (Q101p Valkenburg),
pi‧en in de zie (Q101p Valkenburg),
ziej (Q101p Valkenburg),
zij(de):
zi (Q101p Valkenburg)
|
Natuurprodukt dat wordt verkregen bij het afwikkelen van de cocons waarmee het zijderupsje zich omhult totdat het zich ontpopt tot vlinder (Morand, pag. 58). Het is de grondstof voor weefsels. [N 62, 79a; N 62, 75c; N 59, 201; L 8, 117; MW; monogr.] || zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] || Zijde, flank: de zijkant van de buik tussen onderste ribben en heup (zijde, lank, flank) [N 84 (1981)]
II-7, III-1-1
|
18680 |
zijden omslagdoek |
fichu (fr.):
fischu (Q101p Valkenburg),
sjaaltje:
schēelke (Q101p Valkenburg)
|
halsdoekje omtrent 1850 || omslagdoek, zijden ~ [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23359 |
zijkapel |
zijkapel:
ziejkapel (Q101p Valkenburg)
|
Elk van beide zijkapellen van een kruiskerk. [N 96A (1989)]
III-3-3
|