e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Valkenburg

Overzicht

Gevonden: 5178
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwak, slap slap: sjlap (Valkenburg), zwak: schwaak (Valkenburg), sjwaak (Valkenburg), zjwāāk (Valkenburg), zwaak (Valkenburg) zwak [DC 02 (1932)] || Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)] III-1-1
zwart pak smoking: schmoking (Valkenburg) pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] III-1-3
zwarte bes zwarte wiemer: schwarte wiemer (Valkenburg), zjwarte wiemer (Valkenburg) [DC 13 (1945)] I-7
zwarte bladluis meel: eigen spellingsysteem  mēēle (Valkenburg), meelde: meelje (Valkenburg) bladluis (zoals bijv. de zwarte tuinbonenluis) [himmelzoad, meelow, melde, smeelje] [N 26 (1964)] || luis, bladluis III-4-2
zwarte kraai, kraai kraai: krao (Valkenburg, ... ), kroa (Valkenburg), raafkraai: raafkròò (Valkenburg) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)] III-4-1
zwarte roodstaart vliegenvanger: vleegevènger (Valkenburg), vliegenvangertje: vleegevengerke (Valkenburg) zwarte roodstaart || zwarte roodstaart (14 rood trilstaartje, man is van voren roetzwart en heeft wittige vleugelvlek; echte gebouwenvogel; broedt daar binnenin; roep driftig [wiet, wiet, tk, tk]; zang hoog vanaf gebouw [bi-bi-kchchchch...bu-bi-bi] [N 09 (1961)] III-4-1
zwartkop fauvette: fauvette  vervet (Valkenburg), fauvette? jk  vervet (Valkenburg) zwartkop || zwartkop (14 als tuinfluiter [046] maar man heeft zwart, pop een chocoladekleurig petje; nestje heeft binnenkant van haren; zang begint krassend maar eindigt luid jodelend [N 09 (1961)] III-4-1
zwavelstok zwavelstek: zwavelschtek (Valkenburg) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zwavelx solfer: solfer (Valkenburg), solver (Valkenburg), zwagel: schwèègel (Valkenburg), zchwêgel (Valkenburg), zwavel: jjwavël (Valkenburg), zchwavel (Valkenburg), zwavel (Valkenburg, ... ), Opm. v.d. invuller: zch zeer zacht uitspreken als de g in "genre".  zchwavel (Valkenburg) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep smik: šmīk (Valkenburg) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10