e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vechmaal

Overzicht

Gevonden: 1244
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kieskauwerig kibbig: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  kubbug (Vechmaal) kieskeurig [ZND 27 (1938)] III-2-3
kieuwen kieuwen: ook in ZND 27, 084  kieuwe (Vechmaal) kieuwen ve vis [ZND 01 (1922)] III-4-2
kikker kwakvros: ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakfroͅs (Vechmaal), kwakvrōͅs (Vechmaal) kikvors [ZND 01 (1922)] III-4-2
kikkerdril kwakvroseieren: kwakfroͅsēr (Vechmaal) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)eieren, eitjes: kwakfroͅsēr (Vechmaal) kikkerrit [RND] III-4-2
kind (troetelnaam) engeltje: znd 11, B7  èngəlkə (Vechmaal), kindje: znd 11, B7  kéntjə (Vechmaal), kleine deugniet: znd 11, B7  klennə dèùchnĭĕt (Vechmaal), mannetje: znd 11, B7  ménnəkə (Vechmaal), vrouwtje: znd 11, B7  vroukə (Vechmaal) kind; liefkozend woord tegenover kinderen gebruikt door ouders en volwassenen [ZND 11 (1925)] III-2-2
kinketting kinkettel: kinjkętǝl (Vechmaal) Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.] I-10
kinnebak kinnebak: kinnebak (Vechmaal) Welk woord gebruikt men in Uw dialect ter aanduiding van het benige gedeelte van het hoofd, waarin de tanden en de kiezen zitten? Hoe spreekt men het uit? [Lk 05 (1955)] III-1-1
kippen hennen: hinǝ (Vechmaal) De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.] I-12
kippen -werkwoord gehekt (volt. deelw.): gǝhik (Vechmaal) De eierschaal doorprikken, zich uit de eierschaal bevrijden, gezegd van kuikens in het ei. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12