e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rek keukenkast: keukekas (Velden) Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)] III-2-1
rekening rekening: èn rêkening steure (Velden) sturen [een rekening ~] [SGV (1914)] III-3-1
rekruut big: vgl. WBD III, 3.1 (blz. 376): big.  big (Velden) een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)] III-3-1
rente procenten: de presenten (Velden), rente: rinte (Velden) rente [SGV (1914)] || Rente [intrest?] [N 21 (1963)] III-3-1
rentenier rentenier: rinteneer (Velden) rentenier [SGV (1914)] III-3-1
rentmeester rentmeester: rintmeister (Velden) rentmeester [SGV (1914)] III-3-1
rest in het glas klats: klats (Velden) restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3
restant vissen fuik: fōēk (Velden), net: nèt (Velden), snoek: snook (Velden), snoek (mv.): sneuk (Velden) fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)] III-4-2
restant vogels eend: brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)  ent (Velden), krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)  ent (Velden), krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)  ent (Velden), witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)  ent (Velden), jonge spreeuwen: jong spraone (Velden), jong spròne (Velden), schroep: schroep (Velden, ... ), vliegen: vleege (Velden) brilduiker [N 83 (1981)] || jong van de spreeuw [DC 06 (1938)] || krakeend [N 83 (1981)] || krooneend [N 83 (1981)] || mannelijke huismus (ruigeltje) [N 83 (1981)] || vliegen [SGV (1914)] || vrouwelijke huismus (moffelkop) [N 83 (1981)] || witoogeend [N 83 (1981)] III-4-1
restant zoogdieren das: das (Velden, ... ), des (Velden), tam: taam (Velden), wild: wild (Velden) das [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || tam [DC 19 (1951)] || wild [SGV (1914)] III-4-2