19388 |
rek |
keukenkast:
keukekas (L268p Velden)
|
Soort kast van latten en planken, zonder deur, om iets in op te bergen, b.v. in de keuken (rek, schap, hang) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21378 |
rekening |
rekening:
èn rêkening steure (L268p Velden)
|
sturen [een rekening ~] [SGV (1914)]
III-3-1
|
21740 |
rekruut |
big:
vgl. WBD III, 3.1 (blz. 376): big.
big (L268p Velden)
|
een soldaat die net in dienst is [rekruut, groentje, schacht] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21358 |
rente |
procenten:
de presenten (L268p Velden),
rente:
rinte (L268p Velden)
|
rente [SGV (1914)] || Rente [intrest?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
21359 |
rentenier |
rentenier:
rinteneer (L268p Velden)
|
rentenier [SGV (1914)]
III-3-1
|
21360 |
rentmeester |
rentmeester:
rintmeister (L268p Velden)
|
rentmeester [SGV (1914)]
III-3-1
|
20559 |
rest in het glas |
klats:
klats (L268p Velden)
|
restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24302 |
restant vissen |
fuik:
fōēk (L268p Velden),
net:
nèt (L268p Velden),
snoek:
snook (L268p Velden),
snoek (mv.):
sneuk (L268p Velden)
|
fuik [SGV (1914)] || snoek [SGV (1914)] || visnet [SGV (1914)]
III-4-2
|
24230 |
restant vogels |
eend:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
ent (L268p Velden),
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
ent (L268p Velden),
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
ent (L268p Velden),
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
ent (L268p Velden),
jonge spreeuwen:
jong spraone (L268p Velden),
jong spròne (L268p Velden),
schroep:
schroep (L268p Velden, ...
L268p Velden),
vliegen:
vleege (L268p Velden)
|
brilduiker [N 83 (1981)] || jong van de spreeuw [DC 06 (1938)] || krakeend [N 83 (1981)] || krooneend [N 83 (1981)] || mannelijke huismus (ruigeltje) [N 83 (1981)] || vliegen [SGV (1914)] || vrouwelijke huismus (moffelkop) [N 83 (1981)] || witoogeend [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24295 |
restant zoogdieren |
das:
das (L268p Velden, ...
L268p Velden),
des (L268p Velden),
tam:
taam (L268p Velden),
wild:
wild (L268p Velden)
|
das [DC 07 (1939)], [SGV (1914)] || tam [DC 19 (1951)] || wild [SGV (1914)]
III-4-2
|