e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkoper verkoper: verkuiper (Velden) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkouden verkoud: ik bin verkeld (Velden) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
verkoudheid koude: ik heb ên keld te pakke (Velden) Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] III-1-2
verlagen afslaan: aafgeslagen (Velden) verlagen, iets in prijs ~ [afzetten? b.v. de biggen zijn afgezet?] [N 21 (1963)] III-3-1
verlegen bleu: blui (Velden), bluu (Velden), schouw: schouw (Velden), Zo noemt men het ook wel.  schôôw (Velden), verlegen: verlèègen (Velden) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verlieren: verleere (Velden, ... ), verliezen: verleze (Velden, ... ) verliezen [DC 38 (1964)], [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
verlopen omlopen: (de koe is) ømgǝlǫu̯pǝ (Velden) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
vernielen vernielen: verneele (Velden) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verpulveren fijn maken: fijn maake(n) (Velden) tot poeder maken of worden [miezelen, verpulveren] [N 91 (1982)] III-4-4
verschaald verschaald: verschaald (Velden) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3