e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
witte kool kappes: kappese (Velden) witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7
witte kwikstaart kwikstaart: kwikstaart (Velden, ... ), kwikstàrt (Velden), kwikstaartje: kwikstàrtje (Velden) kwikstaart [SGV (1914)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] III-4-1
witte waterlelie waterlelie: -  waterlelie (Velden) witte waterlelie [DC 17 (1949)] III-4-3
wittebrood weg: Syst. WBD  wek (Velden), Syst. WBD Met zachte k  wek (Velden) Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)] III-2-3
woensdagx goensdag: gonsdaag (Velden), gònsdāāg (Velden), woensdag: woensdaag (Velden), woensdig (Velden) dag; woensdag [N 07 (1961)] || Woensdag [SGV (1914)] III-4-4
wolfsgebit, gebroken gebit dwanggebit: dwaŋgǝbet (Velden) Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43] I-10
wonder wonder: woonger (wònger) (Velden) wonder [SGV (1914)] III-3-3
wonen nestelen: nistele(n) (Velden) een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)] III-4-1
woonwagen woonwagen: wôênwage(n) (Velden) De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)] III-3-2
woord woord: wōard (Velden), wōrt (Velden) woord [RND], [SGV (1914)] III-3-1