20654 |
witte kool |
kappes:
kappese (L268p Velden)
|
witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)]
I-7
|
24280 |
witte kwikstaart |
kwikstaart:
kwikstaart (L268p Velden, ...
L268p Velden),
kwikstàrt (L268p Velden),
kwikstaartje:
kwikstàrtje (L268p Velden)
|
kwikstaart [SGV (1914)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] || kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
24574 |
witte waterlelie |
waterlelie:
-
waterlelie (L268p Velden)
|
witte waterlelie [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
20620 |
wittebrood |
weg:
Syst. WBD
wek (L268p Velden),
Syst. WBD Met zachte k
wek (L268p Velden)
|
Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
gonsdaag (L268p Velden),
gònsdāāg (L268p Velden),
woensdag:
woensdaag (L268p Velden),
woensdig (L268p Velden)
|
dag; woensdag [N 07 (1961)] || Woensdag [SGV (1914)]
III-4-4
|
33943 |
wolfsgebit, gebroken gebit |
dwanggebit:
dwaŋgǝbet (L268p Velden)
|
Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43]
I-10
|
23337 |
wonder |
wonder:
woonger (wònger) (L268p Velden)
|
wonder [SGV (1914)]
III-3-3
|
19835 |
wonen |
nestelen:
nistele(n) (L268p Velden)
|
een nestje hebben, gezegd van vogels (nesten, wonen, houden) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22722 |
woonwagen |
woonwagen:
wôênwage(n) (L268p Velden)
|
De woonwagen van kermisklanten [karrakiekast, brak]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
21267 |
woord |
woord:
wōard (L268p Velden),
wōrt (L268p Velden)
|
woord [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|