e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

Gevonden: 3691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zilveruitje witlook: witlouk (Velden) [DC 13 (1945)] I-7
zingen fluiten: fluite(n) (Velden) het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] III-4-1
zitbank bank: baŋk (Velden) bank III-2-1
zitbeenderen zitbeentjes: zetbɛi̯nkǝs (Velden), zitbenen: zetbɛi̯n (Velden) Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c] I-11
zitten zitten: zitte (Velden) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zoden afsteken houwen: hǫwǝ (Velden), steken: stē̜kǝ (Velden) Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b] I-8
zoeken zoeken: zeuke (Velden) zoeken [SGV (1914)] III-1-2
zolder zolder: zøͅldər (Velden) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zolderkamer zolderkamer: zøͅldərkāmər (Velden) zolderkamer [N 05A (1964)] III-2-1
zomen scheien: scheien (Velden), zomen: zø̜jmǝ (Velden) De drie of vier lange, dunne latten in het hekken die evenwijdig aan de roeden lopen. Zie ook afb. 38. [N O, 2b; A 42A, 64] || Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-3, II-7