e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veldwezelt

Overzicht

Gevonden: 1746
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
flank flank: fla.ŋk (Veldwezelt) Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10] I-9
fluimen uitspuwen fluimen: [ontrondingsgebied -> fluimen; *vlijmen, flijmen]  flèijme (Veldwezelt) Fluimen uitspuwen (tuffen, kwalsteren, klarken, kaatsjen). [N 109 (2001)] III-1-2
fokmerrie veulensmeer: vīǝ.lǝsmē̜.r (Veldwezelt) Een merrie geschikt voor de kweek of die één of meer veulens gehad heeft. Een kweekmeer werkt niet (Q 168), terwijl een veulensmeer ook in de kar loopt (Q 77). In tegenstelling tot een veulensmeer is een kweekmeer gewoonlijk drachtig. Kleinere boeren zorgen ervoor een veulensmeer te hebben, die jaarlijks een veulen werpt, waardoor elk jaar een aanspanner ter beschikking staat. [JG 1a, 1b; N 8, 50b] I-9
fokzeug trekzoog: tręksuǝ.x (Veldwezelt) Zeug die men houdt om biggen te winnen. [JG 1a, 1b; N M, 22 add.; monogr.] I-12
fortuin maken zich goed maken: Hen zaal z⁄ch goot maoken (Veldwezelt) Fortuin. [ZND 35 (1941)] III-3-1
framboos framboos: framboos (Veldwezelt) framboos [ZND 34 (1940)] I-7
franje fronjel: fraonzjele (Veldwezelt) Franje. Een randversiering bestaande uit een boordsel met een reeks afhangende draden, meestal in bundels of kwasten bijeen-gehouden [franje, franjel, fraling] [N 114 (2002)] III-1-3
frankrijk frankrijk: è van gezètte als è van mère, ook gerekt uitgesproken  Vər həbbe ien Fraankerək gezètte (Veldwezelt) Wij hebben in Frankrijk gezeten. [ZND 35 (1941)] III-3-1
frater berpje: vdBerg; omgesp.  bɛrəbkə (Veldwezelt) sijs: frater (13,5 bruin, maar zonder rood en zwart van barmsijs [009]; zeldzaam op trek; meest nog in het westen [N 09 (1961)] III-4-1
gadeslaan? doen: doen gerekt uitgesproken  Z⁄n zaoke doen (Veldwezelt) Zijn zaken gadeslaan, goed zorgen voor zijn zaken. [ZND 35 (1941)] III-3-1