32739 |
keerstrook, wendakker |
voordel:
viɛ.dǝl (Q091p Veldwezelt),
vi̯ø̜.dǝl (Q091p Veldwezelt),
vi̯ǫ.dǝl (Q091p Veldwezelt)
|
Een keerstrook of wendakker is de strook grond aan het uiteinde van een akker waar de ploeg gekeerd wordt. Deze strook ligt dwars op de voren van het groot geploegd middendeel. Als men aan het voor- en achtereinde van de akker niet op een belendend perceel of op een (veld)weg kan keren, heeft men twee keerstroken nodig. De keerstrook werd oorspronkelijk onbebouwd gelaten, later werd ook zij geploegd. Een aantal benamingen kunnen ook gebruikt worden voor een strook grond in het algemeen; soms wordt er op gewezen dat men via de keerstrook toegang tot het perceel heeft. De strook is breder dan normaal als zij in de lengterichting aan een afrastering of haag grenst. [N 11, 50a; N 11A, 125b; JG 1a + 1b + 1c; JG 2b + 2c; A 18, 2; A 33, 3 + 4 + 5; L B2, 246; L 34, 47; monogr.]
I-1
|
22418 |
kegelen |
kegelen:
kegele (Q091p Veldwezelt)
|
Zij zijn aan het kegelen. [ZND 36 (1941)]
III-3-2
|
22789 |
kegels (mv.) |
kegelen:
mitə ke:gələ spiiləvər nəmi (Q091p Veldwezelt),
mitə ke:gələ wjit nemi gəspɛ:lt (Q091p Veldwezelt),
er staat een y
kügele (Q091p Veldwezelt)
|
Er zijn negen kegels. [ZND 36 (1941)] || met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND]
III-3-2
|
19664 |
kelder |
kelder:
kalder (Q091p Veldwezelt),
kaldər (Q091p Veldwezelt)
|
kelder [RND], [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
24181 |
kemphaan |
vechthaan:
vdBerg; omgesp.
vɛ̄xhōͅn (Q091p Veldwezelt)
|
kemphaan (29 alleen langs de rivieren in weiland; mannetjes hebben in het voorjaar bonte veerkragen en houden gezamenlijke schijngevechten [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21283 |
kerel |
kerel:
kɛ.rəl (Q091p Veldwezelt),
vent:
vɛ:nt (Q091p Veldwezelt)
|
kerel [RND]
III-3-1
|
24182 |
kerkuil |
kerkuil:
vdBerg; omgesp.
keͅrəkøͅl (Q091p Veldwezelt)
|
uil: kerkuil (34 gespikkeld oranje boven, wittig onder; hartvormig gezicht; broedt boven in grote schuren en torens; roep [chchchchchchch] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
22803 |
kermis |
kermis:
kERmees (Q091p Veldwezelt),
kirəməs (Q091p Veldwezelt)
|
kermis [GTRP (1980-1995)], [RND]
III-3-2
|
22462 |
kermisgeld |
kermisgeld:
kèrmesgéld (Q091p Veldwezelt)
|
een geschenk dat gegeven werd bij de kermis [kermis, fooi] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
22662 |
kermismuziek |
kermismuziek:
kèrmesmezie.k (Q091p Veldwezelt)
|
de muziek die te horen is op kermissen [spel] [N 112 (2006)]
III-3-2
|