20335 |
broer |
broer:
1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1
bru (P174p Velm),
bruu (P174p Velm)
|
broeder (familielid) [ZND 01 (1922)]
III-2-2
|
34342 |
bronstig |
breustig:
brøu̯stex (P174p Velm)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
34141 |
bronstig op andere koeien springen |
reddelen:
rędǝlǝ (P174p Velm)
|
[N 3A, 9b]
I-11
|
33864 |
bronstig, van merries |
sturig:
stȳrix (P174p Velm)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.]
I-9
|
20769 |
brood |
brood:
brôêt (P174p Velm)
|
brood [RND]
III-2-3
|
25500 |
broodoven |
oven:
ǫwvǝn (P174p Velm)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|
18364 |
bruine gebreide dameskous |
gestrikte vrouwluikous:
gəstregdə vrouli koͅəsə (P174p Velm)
|
dameskousen, bruine gebreide ~ [sjanskouse] [N 24 (1964)]
III-1-3
|
34138 |
brullen |
brallen:
bralǝ (P174p Velm),
brullen:
brylǝ (P174p Velm)
|
Abnormaal geluid dat vooral wild geworden runderen uitstoten. [N 3A, 6; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11
|
34072 |
brulse koe |
brul:
brøl (P174p Velm)
|
Koe die niet meer drachtig is en veel brult. [JG 1a, 1b]
I-11
|