e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velm

Overzicht

Gevonden: 1871
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kort schortlint knoopsgatlint: knüəpsgaətlentə (Velm) linten, korte ~ waarmee de schortslippen van achteren met elkaar worden verbonden [gatslinte, gatlinter] [N 24 (1964)] III-1-3
korte broek korte broek: kotə bruk (Velm) broek, korte (jongens)~ die de knieën onbedekt laat [N 23 (1964)] III-1-3
korte laars bot: boͅt (Velm) laars met een korte schacht die tot aan de kuit reikt [N 24 (1964)] III-1-3
korte onderbroek? onderbroek: ondərbruk (Velm) onderbroek, korte ~ [N 25 (1964)] III-1-3
korte overjas jager: ja.gər (Velm) overjas, korte ~ [jekker, joep, stoep, baadje] [N 23 (1964)] III-1-3
kortmeel kortmeel: kǫtmēǝl (Velm) Het op één na grofste produkt dat tijdens het builen wordt gescheiden. In volgorde van fijn naar grof is kortmeel grover dan kriel en fijner dan zemelen. Zie ook de toelichting bij de lemmata ɛbloemɛ, ɛboultéɛ, ɛkrielɛ en ɛzemelenɛ.' [JG 1a; JG 1b; Vds 249; Jan 244; Coe 221; Grof 248; N O, 38e] II-3
kosten gaan: ps. omgespeld volgens Frings.  wā gon də koͅrə? (Velm) Kosten, waard zijn; "wat kosten de biggen tegenwoordig?"[doen, uitdoen, gelle, gelden, gille? "wat gelle de baggen?"] [N 21 (1963)] III-3-1
koster koster: köstər (Velm) koster [RND] III-3-3
kostschool pensionaat (<fr.): pensionaot (Velm) kostschool [ZND 40 (1942)] III-3-1
kotelet, ribstuk karbonade: kɛrmənōͅət (Velm), kotelet: koͅrtəleͅtə (Velm) karbonaden [Goossens 1b (1960)] || koteletten [Goossens 1b (1960)] III-2-3